Vanaf de leeftijd van één jaar beginnen kinderen zelfstandig te lopen en meer te ondernemen. Ze willen steeds meer zelfstandig doen en beslissen over wat er gebeurt. Dit is echter niet altijd mogelijk. Kinderen kunnen driftbuien krijgen als iets niet lukt of niet mag. Soms is het zelfs onduidelijk waarom ze een driftbui hebben. Dit gedrag is een normaal onderdeel van de emotionele ontwikkeling.
Driftbuien zijn vooral gebruikelijk tussen de anderhalf en vier jaar en maken deel uit van de zogenoemde ‘peuterpuberteit’. Dit is een normaal verschijnsel. Peuters hebben nog niet het vermogen om goed met hun emoties om te gaan en hebben daarbij de hulp van hun ouders nodig. Vanaf de leeftijd van drie jaar nemen driftbuien geleidelijk af en tegen de tijd dat ze vijf jaar zijn, zijn ze meestal bijna verdwenen.
Door je kind regelmatig positieve aandacht te geven, verklein je de kans op driftbuien. Dit kun je op verschillende manieren doen:
Door samen activiteiten te ondernemen zoals spelen of knuffelen. Hierdoor zal je kind minder geneigd zijn negatieve aandacht te zoeken.
Wanneer het fijn gedrag laat zien, iets goed doet. Benoem het specifieke gedrag waarvoor je complimenteert en leg uit waarom. Bijvoorbeeld: ‘Goed gedaan! Je hebt mama echt goed geholpen met opruimen, dat vind ik heel fijn!’
Dit geeft je peuter een gevoel van controle en inspraak. Vraag bijvoorbeeld: ‘Wil je je witte of je blauwe schoenen aandoen?’
Vooral met oudere peuters werkt dit goed. Voer een gesprekje over de dag voor het slapengaan, maak het onderdeel van jullie naar bed-ritueel. Bespreek de leuke en minder leuke gebeurtenissen van de dag en praat ook alvast over wat er de volgende dag gaat gebeuren.
Creëer een voorspelbare omgeving met vaste routines, zoals etenstijden en slaaprituelen. Zo weet je kind wat het kan verwachten, wat een gevoel van controle geeft.
Leer je kind duidelijke regels en leg uit waarom bepaalde dingen niet mogen. Peuters hebben tijd nodig om regels te onthouden, dus herhaal ze regelmatig. En stel consequent je grenzen wanneer je kind zich niet aan jullie afspraken en regels houdt. Het uitdagen van regels en het willen oprekken van grenzen is een normaal onderdeel van het leerproces.
Voorkom dat je kind constant in situaties komt waarin jij ‘nee’ moet zeggen en terecht moet wijzen, omdat het iets doet wat jij niet wilt of niet mag. Wees vooraf al consistent en transparant in je regels en zorg ervoor dat deze ook realistisch en haalbaar zijn. Dan weet je kind waar het aan toe is en is het ook meer geneigd om zich daaraan te houden. Wat natuurlijk weer kan leiden tot complimentjes!
Als je kind toch een driftbui heeft, betekent dit niet dat het geen waardering heeft voor jouw positieve aandacht. Het kan bijvoorbeeld voortkomen uit teleurstelling omdat het spelen stopt. Reageer dan kalm in plaats van boos te worden.
Laat merken dat je de emotie van je peuter opmerkt, wanneer hij een driftbui heeft. Gebruik eenvoudige woorden, zoals: ‘Papa ziet dat je boos bent omdat je geen koekje krijgt.’ Door emoties te benoemen, voelt je kind zich gehoord en begrepen.
Het is niet nodig toe te geven aan de driftbui. Leg beknopt uit waarom iets niet kan. Zeg bijvoorbeeld: ‘Max, je krijgt nu geen koekje omdat we straks gaan eten, anders heb je dan geen honger meer.’ Vermijd lange uitleg tijdens een driftbui; deze informatie bereikt je peuter niet. Korte herhaling kan helpen om kalm te worden of te blijven.
Laat je kind zijn emoties uiten. Verwacht niet dat het onmiddellijk kalmeert. Geef ruimte om boos te zijn of te huilen. Erken de emotie van je kind. Zeg bijvoorbeeld: ‘Je bent echt heel boos, hè? Mama ziet het.’
Blijf nabij totdat de driftbui afneemt. Zo kun je, desnoods van een afstandje, in de gaten houden hoe het verloopt en eventueel ingrijpen wanneer dat nodig is. Ook voelt je kind zich veilig als jij in de buurt blijft, hoe boos het ook is.
Als je kind tijdens de driftbui ongewenst gedrag vertoont, grijp dan in. Als kinderen bijvoorbeeld met spullen gooien of slaan tijdens een driftbui, onderbreek dan je bezigheden en beschrijf welk gedrag moet stoppen. Zeg: ‘Sam, stop met slaan. Dat doet papa pijn, ik wil dat je nu stopt en kalmeert.’ Blijf in de buurt zonder te dichtbij te zijn om geraakt te worden. Het kan beangstigend zijn voor kinderen als ze hun ouder pijn doen, wat de driftbui kan verergeren.
Als je kind niet stopt, ga dan naar een rustige, veilige plek en zeg kalm en duidelijk: ‘Dit kan echt niet, ik blijf hier en jij blijft daar zitten tot je kalmeert.’ Blijf erbij zonder te reageren op het gedrag. Herhaal je woorden tot je kind kalmeert of aangeeft getroost te willen worden en jouw hulp nodig heeft om te kalmeren.
Het is essentieel om positieve aandacht te geven zodra je peuter gekalmeerd is. Bespreek kort het voorval: ‘Je was net erg boos, maar nu ben je weer kalm, dat is goed.’ Geef je kind een compliment en een knuffel. Help vervolgens je kind op weg met een leuke activiteit.
Het is een uitdaging om kalm te blijven als je kind een driftbui heeft, vooral tijdens heftige uitbarstingen in het openbaar, waarbij je je ongemakkelijk kunt voelen en misschien daardoor meer geneigd bent om toe te geven. Dit lijkt misschien de driftbui te stoppen, maar in werkelijkheid leert je kind hierdoor de grenzen op te zoeken en op te rekken. Consistent en consequent reageren en emoties rustig benoemen wanneer je grenzen stelt, is cruciaal. Dit helpt je kind om van jongs af aan om te gaan met gevoelens van boosheid en teleurstelling, wat later van grote waarde is.
Onthoud dat driftbuien normaal zijn en bij de ontwikkeling horen; álle kinderen hebben ze. Het wijst op groeiende zelfstandigheid.
Als kalm blijven jou niet lukt, zorg dan dat je kind veilig is en neem even afstand om tot rust te komen.
(Bron: Groeigids.nl)
>> Tip: schrijf je hier in om gratis ons webinar ‘Peuterpuberteit: hoe om te gaan met driftbuien?’ terug te kijken
Merk jij dat het je meer niet dan wel lukt om rustig te blijven of bovenstaande tips toe te passen, of lijkt dit allemaal niet te werken bij jouw peuter? Overweeg dan om dit eens te bespreken met iemand die je vertrouwt of om ondersteuning te vragen bij een professional.
Je kunt in de regio 046 bijvoorbeeld heel laagdrempelig terecht bij de jeugd- en gezinswerkers van Partners in Welzijn, zij staan met een luisterend en niet oordelend oor voor je klaar en zoeken met je mee naar verbetering van de situatie.
Ook mag je altijd om tips vragen bij de Jeugdgezondheidszorg van de GGD-Zuid Limburg.
En als je kind naar een peuterspeelzaal of buitenschoolse opvang gaat, bijvoorbeeld van MIK & Spelenderwijs Kinderopvang, bespreek het dan ook eens met de pedagogisch medewerker.
Hieronder vind je een aantal items (artikelen en webinars) die gemaakt zijn door Opgroeienin046.nl, passend bij dit thema of bij de peuterleeftijd.
Gebruik dan de zoekfunctie op onze website, je vindt deze bovenaan de homepage, bij het vergrootglas. Typ het woord of een (deel van een) zin waar jij iets over wil weten, en je vindt vanzelf alle artikelen en webinars die met jouw vraag te maken hebben.
Staat wat jij zoekt er niet bij? Laat het ons gerust weten via onderstaande contactgegevens.
Heb je naar aanleiding van dit artikel een vraag? Wil je graag met iemand in contact komen omdat je vragen of zorgen hebt? Bel of stuur een whatsapp-bericht naar het CJG 046-8506910 of mail naar info@cjg-wm.nl en we zorgen dat jouw vraag op de juiste plek terecht komt.
Opvoeden en opgroeien doe je samen! Wij werken daarom actief samen met gemeenten en partners uit de regio.