Het leven heeft één zekerheid, en dat is dat iedereen ook een keer dood gaat. De dood is iets ongrijpbaars en vaak niet te bevatten. Het is dan ook niet gek dat veel kinderen er vragen over hebben. Want, wat gebeurt er als je dood gaat? Waar ga je dan naartoe? Het niet weten wanneer je zelf of een van je ouders gaat sterven kan ook angst oproepen.
‘Ik wil niet dat jij doodgaat, mama!’ Tja, hoe reageer je daar op? Wuif je het weg en zeg je ‘Ach schat, daar hoef jij je niet druk over te maken, dat gebeurt nog lang niet. Ga maar lekker slapen.’ Of ga je in gesprek? En hoe doe je dat dan?
“De vraag is belangrijker dan het antwoord”, vertelt rouw- en verliesbegeleider Rebecca Dabekaussen in dit artikel. Ze geeft aan dat er grofweg drie soorten kindervragen zijn: feiten, filosofisch en feelings. We leggen ze hieronder verder uit.
Een feitelijke vraag kan zijn: ‘Wanneer doet opa zijn ogen weer open?’ Je kunt dan aangeven dat opa zijn ogen niet meer open kan doen, omdat hij dood is. Als je dood bent is je lichaam kapot, het werkt niet meer. Dan adem je niet meer, kun je niet meer bewegen en ook je ogen niet meer open doen. Zeg liever niet dat opa slaapt en niet meer wakker wordt. Want dan kan een kind angstig worden met naar bed gaan, bang dat het zelf niet meer wakker wordt. Of in de paniek schieten als jij gaat slapen.
Het kan ook zo zijn dat je niet onmiddellijk een antwoord hebt. Geef dan aan hoe je denkt dat het zit, en dat jullie het samen even kunnen opzoeken. Of je zegt: ‘Goede vraag… wat denk jij?’
Houd hierbij rekening met wat je kind qua leeftijd kan begrijpen, maar ook wat voor type kind je hebt. Sommige kinderen willen alle details weten, andere alleen het hoognodige. Stem daar op af. Laat in ieder geval voelen en merken dat je kind altijd met vragen bij jou terecht kan. Anders gaat het zelf worstelen met dit soort vragen.
Kinderen stellen ook vragen waar we gewoonweg geen feitelijk antwoord op weten, zoals: waar ga je heen als je doodgaat? Voor de een is er een hemel, waar je alle dierbaren weer tegenkomt als je zelf doodgaat. De ander geeft aan dat oma een sterretje is geworden. Weer een ander denkt dat er helemaal niks is.
Wat vooral belangrijk is, is om samen het gesprek aan te gaan en even de tijd te nemen. ‘Ik weet niet precies waar iemand is als hij of zij dood is. Wat denk jij?’ Of ‘Wat zou jij graag willen dat er na de dood is?’
De dood kan heel veel gevoelens oproepen. Naast verdriet en angst kan er ook boosheid zijn. Een kind kan bijvoorbeeld het gevoel hebben dat papa of mama hem – door te sterven – in de steek gelaten heeft. Na een lang ziekbed kan er ook opluchting gevoeld worden, dat het lijden eindelijk voorbij is. Maar dit kan ook weer schuldgevoelens oproepen.
Gevoelens zijn er, label ze niet als goed of slecht. Geef ze de ruimte en nodig je kind uit om te vertellen. Soms is het helpend om even door te vragen als je kind iets zegt. Stel open vragen, zoals: wat bedoel je precies? Hoe voel jij je daarbij? Hoe is dat voor jou?
Voor kinderen die niet zo makkelijk over hun gevoel praten kan tekenen heel fijn zijn. Ook in een spel met de duplo, lego of met knuffels kunnen kinderen zich uiten.
Kinderen scannen hun ouders en voelen vaak meteen of er spanning of verdriet zit. Ze luisteren in eerste instantie niet naar wat we zeggen, maar kijken naar wat we doen. Hoe beweegt mama? Voelen haar spieren gespannen als ik haar knuffel? Klinkt haar stem normaal? Hieruit leiden kinderen af of het veilig is.
Bij vragen over de dood – of een ander thema dat je raakt – is het belangrijk om eerst voor jezelf te zorgen. Check in bij jezelf: hoe voel ik me? Ben ik emotioneel geraakt? Probeer vervolgens je lichaam te kalmeren, daarna ben je pas beschikbaar voor je kind.
De vragen van kinderen zijn leuk, soms zelfs hilarisch. Maar vaak ook moeilijk en confronterend. Je kunt je als ouder soms best ongemakkelijk voelen of niet weten wat te antwoorden. Zie deze momenten – waarop je kind je allerlei (levens)vragen stelt – als een mooie kans om even te verbinden met je kind. Door goed te luisteren en vragen te stellen hoor je wat er in zijn of haar koppie speelt, en leer je welk gevoel er onder zit. Ben aanwezig en maak ruimte, ook als dezelfde vraag keer op keer gesteld wordt. Kinderen hebben herhaling nodig, en stellen daarom vaak dezelfde vraag opnieuw. Deze herhaling is nodig om het nieuws te kunnen bevatten.
(Bron: ikmisje.eo.nl)
Heb je naar aanleiding van dit artikel een vraag? Wil je graag met iemand in contact komen omdat je vragen of zorgen hebt? Bel of stuur een whatsapp-bericht naar het CJG 046-8506910 of mail naar info@cjg-wm.nl en we zorgen dat jouw vraag op de juiste plek terecht komt.
Geplaatst op 8 mei 2025 | Categorie Ouderschap, Schoolkind
Opvoeden en opgroeien doe je samen! Wij werken daarom actief samen met gemeenten en partners uit de regio.