In de puberteit zijn veel tieners opeens heel erg bezig met hun eetgedrag. Dit roept vragen of zorgen op bij ouders: Waarom is dat eten opeens zo belangrijk? Wat gaat er precies in dat hoofd om? Is dit wel normaal? Ik lijk mijn kind niet te kunnen bereiken, wat nu? Waarom eet mijn kind niet op school? Is dit een eetstoornis of iets anders?
In dit artikel vertellen Daphne Clabbers, kind- en jeugdpsycholoog bij het Centrum voor Jeugd en Gezin, en Irma van der Horst, jeugd- en gezinswerker/schoolmaatschappelijk werker bij Partners in Welzijn over wat het verschil is tussen een eetstoornis en een eetprobleem, op welke signalen jij als ouder kunt letten, hoe je over eetgedrag in gesprek gaat en blijft en hoe het komt dat sommige pubers op school niet eten.
“Veel kinderen gaan in de puberteit anders om met hun eten. Minder onbevangen als in hun kindertijd. Ze zijn zich op deze leeftijd steeds meer bewust van wat voeding met hun lichaam doet. En veel pubers zijn gevoelig voor hoe ze er uitzien in vergelijking met leeftijdsgenoten, of hoe ze overkomen op anderen. Het ‘erbij horen’ is erg belangrijk op deze leeftijd. Dat kan dus ook betekenen dat ze net zo slank willen zijn als die ene knappe vriendin, ze net zoals die stoere klasgenoot elke dag frikandelbroodjes uit de schoolkantine willen eten, of juist helemaal niets eten op school maar wel thuis,” legt Irma uit. “We kunnen ons voorstellen dat je je als ouder hier zorgen om kunt maken: is het wel normaal dat mijn dochter alleen nog maar extreem gezond wil eten? Kan het kwaad als mijn kind zoveel fastfood eet? Heeft mijn zoon een eetstoornis nu hij op school niets meer eet?”
Daphne geeft aan dat dit ‘normaal gedrag’ is in de puberteit, ondanks de zorgen die het kan oproepen. “Het hoeft nog niet per sé meteen een probleem te zijn. Wel zijn er een aantal dingen die je in de gaten kunt houden als ouder. En dan is er ook nog een verschil tussen een eetprobleem en een eetstoornis.” Daphne en Irma leggen jullie hier samen alles over uit in dit artikel.
“Het wordt een eetprobleem als je kind zich té veel met eten bezighoudt. Vermijdt je kind langere tijd bepaald eten? Of houdt het zich steeds meer bezig met eten, of met niet eten? Dan heeft je kind misschien een eetprobleem. Een keer lijnen omdat je kind zichzelf wat te dik vindt, de koektrommel helemaal leegeten, of een periode niet zo’n trek hebben kan voorkomen. Dat is heel normaal. Zolang het maar niet te vaak gebeurt of te veel doorslaat.
Bij een eetprobleem zijn de klachten nog niet zo extreem als bij een eetstoornis, maar je kind kan er wel last van hebben. Het is moeilijk om hier zelf weer uit te komen. Bij een eetprobleem kan iemand wel nog normaal functioneren op verschillende gebieden. Een (onbehandeld) eetprobleem kan echter doorslaan in een eetstoornis.”
Een eetstoornis is een ernstige psychische aandoening. Het uit zich in verstoord eetgedrag, zoals extreem weinig eten, eetbuien of obsessief gezond eten. Het beïnvloedt het dagelijks functioneren en kan gevaarlijk zijn.
Eetproblemen en zeker eetstoornissen gaan meestal niet vanzelf over. Het is daarom belangrijk zo snel mogelijk hulp te zoeken. Als een beginnend eetprobleem niet op tijd behandeld wordt, kan het een eetstoornis worden, zoals anorexia, boulimia, een eetbuistoornis, orthorexia of ARFID.”
>> in een volgend blog gaan Daphne en Irma verder in op welke eetstoornissen er zijn en delen zij een ervaringsverhaal.
“In het algemeen zijn er wel wat risicofactoren te benoemen voor het ontwikkelen van een eetprobleem of eetstoornis. Maar elke situatie en elk kind is uniek. Bij twijfel, trek altijd aan de bel!

“We horen in ons werk alsmaar vaker dat pubers weinig tot niets eten op school. Of alleen maar ongezond eten. De trommeltjes gevuld met boterhammen van thuis zoals de meeste ouders dit zelf vanuit hun jeugd kennen, is een no go bij menige puber van tegenwoordig. Er bestaat dan vaak de angst dat dit een (teken) van een eetstoornis is.
In de puberteit verandert het lichaam en zelfbeeld in hoog tempo. Sommige tieners krijgen meer honger, anderen juist minder. Veel tieners krijgen ook een ander beeld van eten: ze willen gezonder zijn, vergelijken zich met anderen, of willen controle uitoefenen over wat ze wel of niet binnenkrijgen.
Vaak is deze ontwikkeling onschuldig. Het past bij de ontwikkeling op deze leeftijd, bij het zichzelf ontdekken. Een kind dat net ontdekt heeft wat calorieën precies zijn en daar rekening mee gaat houden. Of een kind dat bewust vlees gaat vermijden na het zien van een documentaire over dierenleed. Een puber die opeens meer sport en denkt dat minder of extreem gezond eten daar automatisch bij hoort.
Maar soms gaat het verder. En daar zit de moeilijkheid… Want tieners zijn van zichzelf al zoekende, stil of dwars. Dus wanneer is ‘Ik heb geen trek!’ normaal (bijvoorbeeld een teken van vermoeidheid) en wanneer is het het begin van een eetprobleem?
Een kortdurende periode van minder eetlust hoeft geen alarmsignaal te zijn. Denk aan:
In deze gevallen herstelt het eetpatroon meestal vanzelf. Je kind blijft redelijk energiek, groeit verder normaal en heeft geen stress rondom eten.
Het ‘op zoek gaan naar zichzelf’ speelt zich uiteraard, en misschien wel vooral, op school af, als ze onder leeftijdsgenoten zijn. Zo zijn ze simpelweg vaak druk bezig met hele andere dingen tijdens de pauzes; hun vrienden, of de mobiele telefoon. Ze geven aan dan echt vergeten te zijn om te eten! Of hun vrienden eten niet op school en dan voelt het ongemakkelijk om zelf te eten, ze voelen zich dan vaak bekeken. Of dat koekje of firkandelbroodje uit de schoolkantine is veel lekkerder dan de boterham die ze mee hebben van thuis.
Ook geven jongeren aan op school niet per sé te merken dat ze honger hebben, zo druk in de weer zijn ze met de lessen en het samenzijn met hun leeftijdsgenoten. Hooguit voelen ze zich wat moe of flauwtjes tegen het einde van de dag, maar dan gaan ze toch bijna naar huis. Eenmaal thuis aangekomen is de honger er wel en over het algemeen eten ze dan ook zodra ze thuiskomen.

Als ze vanuit sociale druk risicovoller gedrag gaan imiteren, moet je gaan opletten. Imitatie wil zeggen dat je het gedrag van anderen overneemt. Bijvoorbeeld van iemand die je bewondert. Of die aanzien heeft op school. Pubers kunnen het eetgedrag van hun vrienden willen nadoen; zoals streng diëten, extreem gezond eten, eetbuien hebben, braken na het eten van teveel of ongezonde voeding. Of ze gaan overmatig bezig zijn met hun uiterlijk omdat een ander dat ook zo doet (Kandel, 1980).
Uit een onderzoek (Lieberman en collega’s, 2001) blijkt dat plagen of pesten door leeftijdsgenoten over het gewicht een sterke voorspeller is van restrictief (beperkend, red.) eetgedrag.
Daarnaast blijkt dat de sociale druk om dun te zijn ook bijdraagt aan problematisch eetgedrag, al is dit effect minder uitgesproken (Geuens, 2011).
Als je als ouder signalen krijgt dat je kind op school niet eet, is er dus nog niet meteen reden tot zorg. Het vooral belangrijk om samen met je kind stil te staan bij het waarom hiervan.”
“Belangrijk om te onthouden is: je kind IS niet het eetprobleem of de eetstoornis.
Als ouder helpt het om je dat onderscheid steeds voor ogen te houden. Door te zien dat je kind meer is dan het eetprobleem, kun je blijven zoeken naar verbinding.
Dat betekent: luisteren zonder oordeel, steun bieden zonder druk en ruimte geven voor emoties. Zo help je je kind ervaren dat hij of zij niet alleen staat in deze strijd, en dat er altijd een weg is naar herstel. Ook is het belangrijk om die verbinding te zoeken in andere dingen dan eten. Ga bijvoorbeeld eens een stukje wandelen of iets anders doen wat jullie allebei leuk vinden.
Praat er wel met je kind over, maar wees je ervan bewust dat er vanuit je bezorgdheid misschien wel oordelen naar boven komen. Probeer niet in discussie te gaan en let in je taalgebruik goed op hoe je je kind benaderd. Vertellen dat je het fijn vindt dat je kind weer is aangekomen kan onbedoeld een averechts effect hebben.
Toon interesse en vraag door, ook in bredere zin, hoe het met je kind gaat.
Stimuleer je kind om hulp te zoeken, ook als je kind het eetprobleem of de eetstoornis probeert te ontkennen. Sta daarin naast je kind, zo kun je bijvoorbeeld mee gaan naar de huisarts.”
“Het is belangrijk dat de omgeving, zoals jij als ouder, vroegtijdig signaleert en weet hoe te ondersteunen. Mensen met een eetprobleem of -stoornis zien het probleem zelf vaak niet omdat ze als het ware gemanipuleerd worden door de eetstoornis (een soort ‘duivels stemmetje’).
“Ondersteuning bij bovenstaande is altijd mogelijk, en vaak zelfs hard nodig om alle neuzen de goede kant op te krijgen. Je kunt bijvoorbeeld eens van gedachten wisselen met de schoolmaatschappelijk werker van Partners in Welzijn op de school van jouw kind, en om advies vragen bij hoe je er als ouders mee om kunt gaan tijdens de opvoeding. Of vraag een jeugdpsycholoog van het CJG om eens mee te kijken naar de ontwikkeling en het gedrag van je kind en wat dit zou kunnen betekenen.”
(bron: wijzijnMIND.nl, Thuisarts.nl, Parnassiagroep, stichting Kiem, Ouders.nl)
Misschien vind je deze artikelen waarin professionals aan het woord zijn over allerlei thema’s ook interessant:
Heb je naar aanleiding van dit artikel een vraag? Wil je graag met iemand in contact komen omdat je vragen of zorgen hebt? Bel of stuur een whatsapp-bericht naar het CJG 046-8506910 of mail naar info@cjg-wm.nl en we zorgen dat jouw vraag op de juiste plek terecht komt.
Geplaatst op 11 december 2025 | Categorie Jongeren, Nieuws, Schoolkind
Opvoeden en opgroeien doe je samen! Wij werken daarom actief samen met gemeenten en partners uit de regio.