Eetgedrag in de puberteit | CJG & PIW bloggen

11 december 2025

In de puberteit zijn veel tieners opeens heel erg bezig met hun eetgedrag. Dit roept vragen of zorgen op bij ouders: Waarom is dat eten opeens zo belangrijk? Wat gaat er precies in dat hoofd om? Is dit wel normaal? Ik lijk mijn kind niet te kunnen bereiken, wat nu? Waarom eet mijn kind niet op school? Is dit een eetstoornis of iets anders?

 

In dit artikel vertellen Daphne Clabbers, kind- en jeugdpsycholoog bij het Centrum voor Jeugd en Gezin, en Irma van der Horst, jeugd- en gezinswerker/schoolmaatschappelijk werker bij Partners in Welzijn over wat het verschil is tussen een eetstoornis en een eetprobleem, op welke signalen jij als ouder kunt letten, hoe je over eetgedrag in gesprek gaat en blijft en hoe het komt dat sommige pubers op school niet eten.

 

“Veel kinderen gaan in de puberteit anders om met hun eten. Minder onbevangen als in hun kindertijd. Ze zijn zich op deze leeftijd steeds meer bewust van wat voeding met hun lichaam doet. En veel pubers zijn gevoelig voor hoe ze er uitzien in vergelijking met leeftijdsgenoten, of hoe ze overkomen op anderen. Het ‘erbij horen’ is erg belangrijk op deze leeftijd. Dat kan dus ook betekenen dat ze net zo slank willen zijn als die ene knappe vriendin, ze net zoals die stoere klasgenoot elke dag frikandelbroodjes uit de schoolkantine willen eten, of juist helemaal niets eten op school maar wel thuis,” legt Irma uit. “We kunnen ons voorstellen dat je je als ouder hier zorgen om kunt maken: is het wel normaal dat mijn dochter alleen nog maar extreem gezond wil eten? Kan het kwaad als mijn kind zoveel fastfood eet? Heeft mijn zoon een eetstoornis nu hij op school niets meer eet?”

 

Daphne geeft aan dat dit ‘normaal gedrag’ is in de puberteit, ondanks de zorgen die het kan oproepen. “Het hoeft nog niet per sé meteen een probleem te zijn. Wel zijn er een aantal dingen die je in de gaten kunt houden als ouder. En dan is er ook nog een verschil tussen een eetprobleem en een eetstoornis.” Daphne en Irma leggen jullie hier samen alles over uit in dit artikel.

 

Eetprobleem

 

“Het wordt een eetprobleem als je kind zich té veel met eten bezighoudt. Vermijdt je kind langere tijd bepaald eten? Of houdt het zich steeds meer bezig met eten, of met niet eten? Dan heeft je kind misschien een eetprobleem. Een keer lijnen omdat je kind zichzelf wat te dik vindt, de koektrommel helemaal leegeten, of een periode niet zo’n trek hebben kan voorkomen. Dat is heel normaal. Zolang het maar niet te vaak gebeurt of te veel doorslaat.

 

Bij een eetprobleem zijn de klachten nog niet zo extreem als bij een eetstoornis, maar je kind kan er wel last van hebben. Het is moeilijk om hier zelf weer uit te komen. Bij een eetprobleem kan iemand wel nog normaal functioneren op verschillende gebieden. Een (onbehandeld) eetprobleem kan echter doorslaan in een eetstoornis.”

 

Eetstoornis

 

Een eetstoornis is een ernstige psychische aandoening. Het uit zich in verstoord eetgedrag, zoals extreem weinig eten, eetbuien of obsessief gezond eten. Het beïnvloedt het dagelijks functioneren en kan gevaarlijk zijn.

 

Eetproblemen en zeker eetstoornissen gaan meestal niet vanzelf over. Het is daarom belangrijk zo snel mogelijk hulp te zoeken. Als een beginnend eetprobleem niet op tijd behandeld wordt, kan het een eetstoornis worden, zoals anorexia, boulimia, een eetbuistoornis, orthorexia of ARFID.”

 

>> in een volgend blog gaan Daphne en Irma verder in op welke eetstoornissen er zijn en delen zij een ervaringsverhaal.

 

Waar kan ik op letten als ouder?

 

“In het algemeen zijn er wel wat risicofactoren te benoemen voor het ontwikkelen van een eetprobleem of eetstoornis. Maar elke situatie en elk kind is uniek. Bij twijfel, trek altijd aan de bel!

 

Risicofactoren

 

  • Laag of negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen. Het zelfvertrouwen lijkt af te hangen van het uiterlijk.

 

  • Verkeerd eigen lichaamsbeeld. Slank zijn, maar denken dat je dik bent. Waarom ontwikkelen sommige kinderen een negatief zelfbeeld of een verkeerd lichaamsbeeld? Vaak zie je dit bij kinderen die al op jonge leeftijd, bijvoorbeeld op de basisschool, te maken hebben gehad met pesterijen over hun uiterlijk. Ook kunnen social media, persoonlijkheidskenmerken, relaties en de invloed van familie een belangrijke rol spelen. Ook een onzeker of instabiel zelfbeeld, dat soms al in de kindertijd ontstaat, kan bijdragen aan een verminderde lichaamsacceptatie (Glashouwer & Neimeijer, 2024).

 

  • Perfectionisme. Het alles goed of perfect willen doen, hoge eisen stellen aan zichzelf, prestatiedrang.

 

  • Moeilijk uiten van gevoelens.

 

  • Aanleg voor overgewicht. En daardoor (ongezond) lijnen. Vaak lijnen of drastisch lijnen werkt averechts. Na iedere lijnpoging word je alleen maar zwaarder. Je gaat weer lijnen en zo kom je in een neerwaartse spiraal terecht. Het ontstaan van een eetprobleem en uiteindelijk eetstoornis ligt dan op de loer.

 

  • Controlebehoefte. Eetproblemen en eetstoornissen lijken enkel met lijnen/eten te maken te hebben, maar dit is niet zo. Vaak speelt de behoefte aan controle en regie hebben (of terugkrijgen) onderliggend sterk mee. Door zelf controle te houden over wat er wel en niet gegeten wordt, bevredigen kinderen deze behoefte.

 

  • Opvoeding. Kinderen die opgroeien in een sterk prestatiegericht gezin of een gezin waarin moeilijk of niet over emoties gesproken wordt, lopen meer risico. Ook het opgroeien in een gezin waarin heel veel aandacht is voor uiterlijk, eten en gewicht kan van invloed zijn.

 

  • Sporten waarbij gewicht een belangrijk criterium is. Zoals kickboksen bijvoorbeeld.

 

  • Traumatische gebeurtenissen. Eten geeft een goed gevoel waardoor het trauma (tijdelijk) naar de achtergrond verdrongen wordt. Of iemand wil weer de controle terugkrijgen.

 

  • Schoonheidsideaal, de grote verkrijgbaarheid van eten en de sociale druk rondom diëten (zoals hypes op scholen om niets te eten tijdens de lunchpauzes). Onderzoek laat zien dat jongeren die veel tijd besteden aan social media vaker last hebben van een sterke focus op hun uiterlijk en verstoord eetgedrag laten zien. Vooral bij meisjes is dit duidelijk zichtbaar: hoe meer tijd zij op platforms als Instagram doorbrengen, hoe negatiever zij naar hun lichaam gaan kijken. Hoewel dit verschijnsel bij jongens tot nu toe minder voorkomt, lijkt ook bij hen een verandering gaande te zijn (Glashouwer & Neimeijer, 2024).

 

  • Een vervelende ervaring in het verleden rondom eten. Hierdoor kan er bijvoorbeeld angst ontstaan voor overgeven of stikken.”

 

meisje zit met tegenzin te eten aan een gedekte tafel

 

Is het niet eten op school een eetstoornis?

 

“We horen in ons werk alsmaar vaker dat pubers weinig tot niets eten op school. Of alleen maar ongezond eten. De trommeltjes gevuld met boterhammen van thuis zoals de meeste ouders dit zelf vanuit hun jeugd kennen, is een no go bij menige puber van tegenwoordig. Er bestaat dan vaak de angst dat dit een (teken) van een eetstoornis is.

 

Waarom pubers minder (of ineens anders) gaan eten

In de puberteit verandert het lichaam en zelfbeeld in hoog tempo. Sommige tieners krijgen meer honger, anderen juist minder. Veel tieners krijgen ook een ander beeld van eten: ze willen gezonder zijn, vergelijken zich met anderen, of willen controle uitoefenen over wat ze wel of niet binnenkrijgen.

 

Vaak is deze ontwikkeling onschuldig. Het past bij de ontwikkeling op deze leeftijd, bij het zichzelf ontdekken. Een kind dat net ontdekt heeft wat calorieën precies zijn en daar rekening mee gaat houden. Of een kind dat bewust vlees gaat vermijden na het zien van een documentaire over dierenleed. Een puber die opeens meer sport en denkt dat minder of extreem gezond eten daar automatisch bij hoort.

 

Maar soms gaat het verder. En daar zit de moeilijkheid… Want tieners zijn van zichzelf al zoekende, stil of dwars. Dus wanneer is ‘Ik heb geen trek!’ normaal (bijvoorbeeld een teken van vermoeidheid) en wanneer is het het begin van een eetprobleem?

 

Wanneer is weinig eten nog normaal?

Een kortdurende periode van minder eetlust hoeft geen alarmsignaal te zijn. Denk aan:

  • Verliefdheid, stress of toetsweken.
  • Ziek zijn of herstellen van griep.
  • Een dag of week waarin ze minder trek hebben of veel afleiding hebben.
  • Experimenteren met voeding en sporten (vegetarisch eten, zelf koken, meer fruit of smoothies)

 

In deze gevallen herstelt het eetpatroon meestal vanzelf. Je kind blijft redelijk energiek, groeit verder normaal en heeft geen stress rondom eten.

 

Wat op school vaak meespeelt

Het ‘op zoek gaan naar zichzelf’ speelt zich uiteraard, en misschien wel vooral, op school af, als ze onder leeftijdsgenoten zijn. Zo zijn ze simpelweg vaak druk bezig met hele andere dingen tijdens de pauzes; hun vrienden, of de mobiele telefoon. Ze geven aan dan echt vergeten te zijn om te eten! Of hun vrienden eten niet op school en dan voelt het ongemakkelijk om zelf te eten, ze voelen zich dan vaak bekeken. Of dat koekje of firkandelbroodje uit de schoolkantine is veel lekkerder dan de boterham die ze mee hebben van thuis.

 

Ook geven jongeren aan op school niet per sé te merken dat ze honger hebben, zo druk in de weer zijn ze met de lessen en het samenzijn met hun leeftijdsgenoten. Hooguit voelen ze zich wat moe of flauwtjes tegen het einde van de dag, maar dan gaan ze toch bijna naar huis. Eenmaal thuis aangekomen is de honger er wel en over het algemeen eten ze dan ook zodra ze thuiskomen.

 

3 jongens aan tafel in de schoolkantine. 2 zijn er aan het eten, eentje niet.

 

Imiteren van gedrag

Als ze vanuit sociale druk risicovoller gedrag gaan imiteren, moet je gaan opletten. Imitatie wil zeggen dat je het gedrag van anderen overneemt. Bijvoorbeeld van iemand die je bewondert. Of die aanzien heeft op school. Pubers kunnen het eetgedrag van hun vrienden willen nadoen; zoals streng diëten, extreem gezond eten, eetbuien hebben, braken na het eten van teveel of ongezonde voeding. Of ze gaan overmatig bezig zijn met hun uiterlijk omdat een ander dat ook zo doet (Kandel, 1980).

 

Pesten

Uit een onderzoek (Lieberman en collega’s, 2001) blijkt dat plagen of pesten door leeftijdsgenoten over het gewicht een sterke voorspeller is van restrictief (beperkend, red.) eetgedrag.

Daarnaast blijkt dat de sociale druk om dun te zijn ook bijdraagt aan problematisch eetgedrag, al is dit effect minder uitgesproken (Geuens, 2011).

 

Als je als ouder signalen krijgt dat je kind op school niet eet, is er dus nog niet meteen reden tot zorg. Het vooral belangrijk om samen met je kind stil te staan bij het waarom hiervan.”

 

Tips voor communicatie over eetproblemen

 

“Belangrijk om te onthouden is: je kind IS niet het eetprobleem of de eetstoornis.
Als ouder helpt het om je dat onderscheid steeds voor ogen te houden. Door te zien dat je kind meer is dan het eetprobleem, kun je blijven zoeken naar verbinding.

 

Dat betekent: luisteren zonder oordeel, steun bieden zonder druk en ruimte geven voor emoties. Zo help je je kind ervaren dat hij of zij niet alleen staat in deze strijd, en dat er altijd een weg is naar herstel. Ook is het belangrijk om die verbinding te zoeken in andere dingen dan eten. Ga bijvoorbeeld eens een stukje wandelen of iets anders doen wat jullie allebei leuk vinden.

 

Praat er wel met je kind over, maar wees je ervan bewust dat er vanuit je bezorgdheid misschien wel oordelen naar boven komen. Probeer niet in discussie te gaan en let in je taalgebruik goed op hoe je je kind benaderd. Vertellen dat je het fijn vindt dat je kind weer is aangekomen kan onbedoeld een averechts effect hebben.

 

Toon interesse en vraag door, ook in bredere zin, hoe het met je kind gaat.

 

Stimuleer je kind om hulp te zoeken, ook als je kind het eetprobleem of de eetstoornis probeert te ontkennen. Sta daarin naast je kind, zo kun je bijvoorbeeld mee gaan naar de huisarts.”

 

Hulp zoeken bij een eetprobleem of eetstoornis?

 

“Het is belangrijk dat de omgeving, zoals jij als ouder, vroegtijdig signaleert en weet hoe te ondersteunen. Mensen met een eetprobleem of -stoornis zien het probleem zelf vaak niet omdat ze als het ware gemanipuleerd worden door de eetstoornis (een soort ‘duivels stemmetje’).

 

Tips:
  • Laat je kind weten dat je er voor hem/haar bent. Praat erover en vertel dat je je zorgen maakt. Het is belangrijk dat je kind dat weet.
  • Wacht niet te lang, hoe eerder je hulp zoekt hoe beter. Bespreek je zorgen met de huisarts, of een andere professional. De informatie die jij hebt is belangrijk om erachter te komen wat er aan de hand is met je kind.
  • Vraag je kind om mee te gaan. Als je kind niet mee wil, voel je je misschien machteloos. Leg dan uit aan je kind dat jij toch hulp gaat vragen, omdat je wilt weten hoe jij met het eetprobleem om kunt gaan.
  • Laat je kind onderstaande ‘tips voor tieners’ lezen.

 

Tips voor tieners met een eetprobleem

 

  • Ga zo snel mogelijk op zoek naar hulp. Ook al lijkt jouw eetprobleem of -stoornis nog niet zo erg te zijn of ervaar jij niet alle symptomen, ook jij verdient hulp! Een eetstoornis wil jou graag doen geloven dat je geen hulp nodig hebt, terwijl dit wel het geval is. Hoe eerder je hulp krijgt, hoe groter de kans dat je herstelt.
  • Maak een afspraak met de huisarts en bespreek de volgende dingen:
    • Hoe vaak en hoeveel je eet.
    • Of je bent aangekomen of afgevallen.
    • Of je lichamelijke klachten hebt.
    • Of je eetbuien hebt en daarna wel of niet compenseert (door niet te eten of over te geven).
    • Hoe je over je lichaam en over jezelf denkt.
    • Hoe je je voelt, zowel lichamelijk (bijv .veel moe) als psychisch (bijv. somber).
    • Of en welke medicijnen je gebruikt (ook laxeermiddelen).
    • Of en hoeveel drugs of alcohol je gebruikt.
    • Wanneer en hoeveel je sport of beweegt.
  • Probeer er ook over te praten met mensen die je goed kent, zoals familie of vrienden, je docent of trainer. Je staat er niet alleen voor, mensen willen je steunen.
  • Besef ook dat je niet de enige bent. Eetproblemen komen veel voor. Het kan heel erg opluchten om te praten met andere mensen die een eetprobleem hebben of hebben gehad, ervaringsdeskundigen of lotgenoten. Zij snappen namelijk wat je doormaakt en wat je voelt. Het gesprek kan opluchten. Dit kan bijvoorbeeld via WEET, de Nederlandse patiëntenvereniging voor eetstoornissen. Een ander voorbeeld zijn de Just MEet – Inloopavonden in Maastricht.”

 

Wij zijn er voor jullie!

 

“Ondersteuning bij bovenstaande is altijd mogelijk, en vaak zelfs hard nodig om alle neuzen de goede kant op te krijgen. Je kunt bijvoorbeeld eens van gedachten wisselen met de schoolmaatschappelijk werker van Partners in Welzijn op de school van jouw kind, en om advies vragen bij hoe je er als ouders mee om kunt gaan tijdens de opvoeding. Of vraag een jeugdpsycholoog van het CJG om eens mee te kijken naar de ontwikkeling en het gedrag van je kind en wat dit zou kunnen betekenen.”

 

(bron: wijzijnMIND.nl, Thuisarts.nl, Parnassiagroep, stichting Kiem, Ouders.nl)

 

Meer professional blogs lezen?

 

Misschien vind je deze artikelen waarin professionals aan het woord zijn over allerlei thema’s ook interessant:

 

 

Vragen? Contact?

 

Heb je naar aanleiding van dit artikel een vraag? Wil je graag met iemand in contact komen omdat je vragen of zorgen hebt? Bel of stuur een whatsapp-bericht naar het CJG 046-8506910 of mail naar info@cjg-wm.nl en we zorgen dat jouw vraag op de juiste plek terecht komt.

Geplaatst op 11 december 2025 | Categorie Jongeren, Nieuws, Schoolkind

Vragen? Neem dan contact op!

Je kunt ons alles vragen over het opvoeden, opgroeien, de verzorging of gezondheid van je baby, peuter, basisschoolkind of jongeren.

Heb je vragen naar aanleiding van de artikelen? Wil je graag met iemand in contact komen omdat je vragen of zorgen hebt? Bel of stuur een whatsapp-bericht naar het CJG 046-8506910 of mail naar info@cjg-wm.nl en we zorgen dat jouw vraag op de juiste plek terecht komt.

Bel onze professionals

 

Maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur.

Stel je vraag via WhatsApp

 

Maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur.

Onze partners

Opvoeden en opgroeien doe je samen! Wij werken daarom actief samen met gemeenten en partners uit de regio.