We komen allemaal met straling in aanraking. Dat is onvermijdelijk. Ultraviolet zonlicht en radio- en televisiegolven zijn voorbeelden van straling. De meeste straling is in principe ongevaarlijk. Hoe gevaarlijk het is hangt af van de intensiteit, de dosis en de duur van de straling.
Straling met een hoge intensiteit
Straling met een hoge intensiteit is bijvoorbeeld röntgenstraling. Als je zwanger bent, is het gevaarlijk voor je kind om aan die straling te worden blootgesteld, zeker vroeg in de zwangerschap. Als je een beroep hebt waarbij je in contact komt met straling met hoge intensiteit (bijvoorbeeld als je in een ziekenhuis werkt), moet je daar goed tegen beschermd worden. Hier zijn richtlijnen voor waar je werkgever zich aan moet houden.
Straling met een lage intensiteit
Straling met lage intensiteit is bij normaal gebruik ongevaarlijk. Je kunt hierbij denken aan de straling van een zonnebank, magnetron of computer. Ook magnetische apparaten waar fysiotherapeuten mee werken of apparaten in een vliegtuig geven straling met een lage intensiteit af. Er zijn wel vermoedens dat langdurige of veelvuldige blootstelling aan straling met een lage intensiteit nadelig kan zijn voor het ongeboren kind, vooral in het begin van de zwangerschap, maar hier moet nog meer onderzoek naar worden gedaan.
Röntgenfoto’s
Als je op de röntgenafdeling van een ziekenhuis komt (voor jezelf of voor iemand anders), zeg dan altijd tegen het personeel dat je in verwachting bent. Zeg het ook als je vermoedt dat je zwanger kunt zijn. Mocht het nodig zijn om röntgenfoto’s te laten maken, dan is het beter om dit niet te laten doen tijdens de eerste twintig weken van de zwangerschap en ook niet als je misschien zwanger zou kunnen zijn. Je kunt dit altijd overleggen met de behandelend arts.