Ellis Franssen, Stef Giebels en Luuk Swinkels, allen combinatiefunctionaris bij Stichting Ecsplore, verzorgen normaalgesproken de bewegingslessen op diverse basisscholen in Sittard-Geleen. Maar tijdens de sluiting van de scholen werden zij als professional ingezet op de noodopvang op school. Ze delen hun ervaringen in dit artikel.
In december kondigde het kabinet een tweede lockdown aan. Scholen, zowel primair als voortgezet onderwijs, zouden na de Kerstvakantie gesloten blijven. Voor kinderen van ouders werkzaam in cruciale beroepen én voor kinderen in kwetsbare thuissituaties was er de mogelijkheid tot noodopvang op school, kinderopvang en BSO. In januari werd de lockdown met nog eens drie weken verlengd, en daarmee ook de sluiting van alle scholen. Tot en met vorige week heeft de noodopvang geduurd. Vanaf 8 februari zijn de basisscholen weer open!
“Toen helder werd dat de scholen volledig zouden sluiten, werd ik gevraagd om de coördinatie omtrent de noodopvang op me te nemen, op de school waar ik werkzaam ben,” vertelt Ellis. “De leerkrachten hadden als taak het online les geven aan de kinderen thuis. Maar de kinderen op de noodopvang op school hadden ook toezicht en begeleiding nodig. Een nieuwe rol voor mij, aangezien ik normaal vakleerkracht gym ben. Gelukkig hoefde ik het niet alleen te doen. Vanaf dag 1 was er een samenwerking tussen school, Ecsplore, pedagogisch medewerkers van de BSO en de peuteropvang.”
Ook Stef werkte tijdens de lockdown 5 dagen per week in de noodopvang. “Omdat ik iedere dag aanwezig was, liep veel van de communicatie over de noodopvang op de locatie waar ik werkzaam ben via mij. Ik wist waar de kinderen gebleven waren met hun schoolwerk en ik had bijna dagelijks WhatsApp-contact met alle groepsdocenten. Dit zorgde voor continuïteit; ook de leerkrachten waren hier heel blij mee. En voor de kinderen was het fijn om elke dag een vast gezicht te zien.”
Ellis is wel tegen wat uitdagingen aangelopen, vertelt ze. “In eerste instantie kwamen alle aanmeldingen voor kinderen die noodopvang op school nodig hadden, bij mij binnen. Hier heb ik een schema van gemaakt. Vervolgens ga je aan de slag, maar kom je toch wat uitdagingen tegen. Je krijgt namelijk kinderen van groep 1 tot en met 8, allemaal tegelijk, aangemeld. Waar kunnen ze zitten? Welke groepen kunnen bij elkaar in een klaslokaal? Welke materialen hebben de kinderen nodig? Alle kinderen moeten huiswerk maken, maar ieder leerjaar heeft uiteraard ander huiswerk. Ook heeft iedereen zo zijn individuele ‘Teams-momenten’ met de juf of meester. In het begin was het vooral zoeken naar structuur. Maar na een week of twee kwam er steeds meer routine.”
Bij Luuk verliep het anders. Bij de directie van school kwamen de aanmeldingen binnen en zij maakten tevens het schema. Leerkrachten werden om de week een dag ingeroosterd bij de noodopvang. Luuk werd in eerste instantie overkoepelend ingezet, om tijdens pauzes te surveilleren en te ondersteunen waar nodig. Maar al snel ondersteunde hij dagelijks bij groep 4 t/m 8.
Luuk vertelt hierover: “Een aantal leerlingen was elke dag aanwezig, dus 5 dagen in de week. Zij hadden snel hun draai gevonden en konden goed zelfstandig werken. Als er dan op een dag een leerling bij de noodopvang aansluit die meer zorg en aandacht nodig heeft, doet dat wat met de dynamiek in de groep. Er ontstaat wat onrust en er moet opnieuw naar structuur gezocht worden. Hetzelfde gebeurde als kinderen alleen naar de noodopvang kwamen voor de online instructies, omdat ze thuis geen laptop of tablet ter beschikking hadden. Deze leerlingen gingen vervolgens weer naar huis, om daar verder te werken aan hun opdrachten. Maar ook hierdoor werd de structuur doorbroken en kon er soms wat onrust ontstaan bij de kinderen in de noodopvang op school.”
Al snel kreeg Luuk ook de vraag om mee te helpen bij de ICT zaken in verband met het online onderwijs binnen de school. “Veel leerkrachten vonden het moeilijk, ingewikkeld en vooral spannend om via Teams online lessen te gaan geven. In de eerste week heb ik samen met een collega getest welke methode van lesgeven goed werkt, en dit vervolgens de andere collega’s aangeleerd.”
Iedere school organiseerde de noodopvang op zijn eigen manier. Hierbij was een school ook afhankelijk van de beschikbaarheid van ruimte en accommodaties, zoals een BSO. Over het algemeen werd in de ochtend aan school gewerkt en mochten de kinderen ’s middags vrij spelen. Luuk geeft aan: “Het was echt opvang en geen school. Het was begeleiden met huiswerk, maar geen les geven. Waar ligt de grens? Dat was soms wel even zoeken.”
‘Vrij spelen’ voelde voor sommige kinderen een beetje gek op school. Ellis had het geluk dat ze de ruimte van de BSO ter beschikking had. “Met groep 1 t/m 4 konden we daar op ons gemak lunchen, om vervolgens tot einde schooldag te spelen. In de BSO ruimte zijn net wat meer mogelijkheden tot ontspannen spelen dan op school.”
Alle drie hebben ze het aantal kinderen dat gebruik maakte van de noodopvang op school aanzienlijk zien groeien. Aanvankelijk kwamen er vooral kinderen van ouders werkzaam in cruciale beroepen, maar gaandeweg kwamen er steeds meer kinderen bij waar het thuisonderwijs – om diverse redenen – moeilijk lukte.
Denk bijvoorbeeld aan kinderen afkomstig uit een gezin met veel kinderen; die vinden thuis vaak de rust niet of hebben simpelweg de ruimte niet om aan school te werken. Of kinderen van ouders met een niet Nederlandse achtergrond. Deze ouders zijn de taal soms niet goed machtig, waardoor deze kinderen thuis niet de hulp konden krijgen die ze nodig hebben. Of kinderen met ADHD, concentreren en stilzitten is voor hen normaal al een uitdaging, maar thuis is die soms vele malen groter vanwege het wegvallen van de vaste structuur, of de aanwezigheid van lawaaierige kleuterbroertjes of – zusjes. “Deze kinderen zijn naar de noodopvang gekomen voor een stukje structuur en ondersteuning. Dat werkte heel goed,” zo is de ervaring van Luuk, Stef en Ellis.
Kinderen zijn flexibel en – zoals eerder aangegeven – passen zich voor een groot deel goed aan de situatie aan. Toch is Ellis blij dat de scholen vanaf 8 februari weer open zijn. “De kinderen die extra zorg nodig hadden, versterkten elkaar vaak in hun gedrag. Kinderen werden dan steeds onrustiger. Ze misten de sociale contacten met klasgenoten en hun eigen juf of meester. Ze misten structuur in hun leven en dat was goed te merken. Met name bij kleuters zagen we regelmatig dat ze het heel spannend vonden om naar de noodopvang op school of BSO te komen. Ze moesten dan bij binnenkomst huilen. Of ze begrepen niet dat ze ’s middags in de ruimte van de BSO verbleven, want het was toch niet hun BSO-dag?!”
Luuk voegt toe: “Eén van de kinderen was recent gestart op onze school. Hij heeft heel veel behoefte aan structuur. Thuis lukte het niet om de structuur te bieden die hij nodig heeft. Zelfs op school was dit in deze situatie een uitdaging. Voor kinderen als hij is het heel fijn dat de basisscholen weer open zijn.”
Stef geeft aan: “De aanleiding voor noodopvang op school was natuurlijk niet leuk en ik vond het jammer dat ik mijn eigen vak niet kon uitoefenen. Maar ik heb de kinderen wél veel beter leren kennen. Ik was verbaasd wat in een kind kan zitten. Dat zie je niet met een uurtje gymles per week. Dat is gelijk het verschil tussen vakleerkracht en groepsleerkracht. Ik heb nu meer het kind achter het kind leren kennen en daar ben ik heel blij om.”
Luuk is het hiermee eens. “Ik zie het ook wel als een mooie periode. Doordat je kinderen leert kennen kun je beter bij ze aansluiten. Je weet wat ze nodig hebben in een bepaalde situatie. Hierdoor kun je anders op ze reageren. Je weet dan dat je een kind – dat heel boos en gefrustreerd is – even met rust moet laten, in plaats van streng te doen. Tevens bouw je een band op met collega’s op school. Normaal gesproken zitten wij vooral in de gymzaal en buiten. Je komt af en toe binnen voor een kop koffie, maar veel contact met de groepsleerkrachten is er niet. Door het meewerken in de noodopvang op school heb ik deze collega’s anders en beter leren kennen, en zij mij. Ik ervaar waardering voor wat ik doe.”
Voor de kinderen was het de afgelopen weken flink aanpassen, maar voor Ellis, Luuk en Stef natuurlijk ook.
Ellis is blij dat de scholen weer open zijn. “Ik mag weer terug naar mijn eigen functie en mijn eigen structuur,” zegt ze.
Ook Luuk is blij als hij weer lekker de gymzaal in kan. De uitdaging voor de komende tijd is wat er precies wel en niet mag in de gymlessen.
Stef beaamt wat zijn collega’s zeggen. “Terug naar de gymzaal, naar mijn eigen vertrouwde omgeving. Ik ben nu wel klaar met de staartdelingen!” sluit hij af met een glimlach.
Bekijk ook dit artikel over Ecsplore: Samen maken we gezond gewoon!
Tijdens de sluiting van de scholen hebben vakleerkrachten van Ecsplore nog veel meer gedaan! Dit lees je hier.
Kijk hier om te zien welke activiteiten Ecsplore organiseert in de aankomende carnavalsvakantie.
Bekijk alle artikelen over opvoeden en opgroeien in deze coronatijd in ons thema-dossier.
Meer weten over Ecsplore? Kijk op de website www.ecsplore.nl
Heb je naar aanleiding van dit artikel een vraag? Wil je graag met iemand in contact komen omdat je vragen of zorgen hebt? Bel of stuur een whatsapp-bericht naar het CJG 046-8506910 of mail naar info@cjg-wm.nl en we zorgen dat jouw vraag op de juiste plek terecht komt.
Geplaatst op 12 februari 2021 | Categorie corona
Opvoeden en opgroeien doe je samen! Wij werken daarom actief samen met gemeenten en partners uit de regio.