Genderidentiteit

15 mei 2025

Zo rond de drie à vier jaar beseffen kinderen pas echt goed dat ze een jongen of meisje zijn. De meeste meisjes gaan zich dan meer ‘meisjesachtig’ gedragen en de meeste jongens meer ‘jongensachtig’. Het gebeurt ook dat jongens bijvoorbeeld een keer nagellak op willen doen. Of een prinsessenjurk aantrekken. En dat meisjes met auto’s willen spelen of graag bouwen met blokken of lego. Dit past bij een normale ontwikkeling. Hoe ontwikkelt de genderidentiteit zich bij kinderen? En wat kun jij als ouder doen om bij te dragen aan een gezonde ontwikkeling van deze genderidentiteit?

 

Geslacht en genderidentiteit

 

Wist jij dat geslacht en gender twee verschillende dingen zijn? Het geslacht van een baby wordt direct na de geboorte bepaald op basis van hoe het lichaam er uit ziet. De biologische en uiterlijke kenmerken dus. In veruit de meeste gevallen is het geslacht ‘mannelijk’, of ‘vrouwelijk’. Maar wanneer de  geslachtskenmerken niet alleen vrouwelijk of mannelijk zijn, dan heet dat intersekse. Baby’s met een intersekse lichaam hebben dus zowel vrouwelijke als mannelijke biologische en uiterlijke kenmerken.

 

Genderidentiteit gaat erover of iemand zich man, vrouw of iets anders vóelt. Meestal is de genderidentiteit hetzelfde als het geslacht, maar dat is niet altijd zo. Het kan dus dat een kind het lichaam heeft van een jongen, maar zich geen jongen voelt. Kinderen bij wie dit zo is, geven dit soms al op heel jonge leeftijd aan.

 

De genderidentiteit van kinderen staat niet vast, maar ontwikkelt zich gedurende hun leven. Net als hun seksuele ontwikkeling.

 

Ontwikkeling genderidentiteit

 

Hieronder kun je lezen hoe de genderidentiteit zich ontwikkelt per leeftijdscategorie.

 

0-4 jaar

Gedurende het eerste levensjaar leren kinderen al onderscheid te maken tussen verschillende geslachten. Ze snappen zelf echter nog niet wat het betekent om meisje of jongen te zijn, maar ze kunnen bijvoorbeeld wel de stem van een man koppelen aan het uiterlijk van een man.

 

Vanaf ongeveer 2 jaar gaan kinderen zich gedragen naar de verwachtingen die volgens de maatschappij bij hun geslacht horen. Ze leren dat mensen gelabeld kunnen worden als vrouwelijk of mannelijk. Wanneer gevraagd wordt ‘Wat is meisjesspeelgoed?’, wijzen ze bijvoorbeeld al gauw een pop aan. Kinderen vanaf 3 jaar gaan zichzelf vaak ook labelen als jongen of meisje, ze zien zichzelf steeds meer als individu en dus los van anderen, ze worden zich dus ook steeds meer bewust van hun (geboorte)geslacht.

 

Bij de ontwikkeling van de eigen genderidentiteit kun je kinderen ondersteunen. Bijvoorbeeld door kinderen zélf te laten kiezen met welk speelgoed ze willen spelen. En door in je taalgebruik gendernormen en stereotypen te vermijden. Dit zijn normen over het man of vrouw zijn. Zoals: ‘Een pop is eigenlijk meer voor meisjes’ of ‘Wat stoer dat jij als meisje met een politiewagen speelt’.

 

Ga ervan uit dat een kind álles leuk kan vinden, ongeacht of dit past bij de gendernormen. Geef je kind het gevoel dat het oké is, mocht het zich niet gedragen naar de gendernormen van de maatschappij.

 

4-6 jaar

Rond 6 jaar bereiken kinderen de fase van genderconstantheid. Dit betekent dat ze begrijpen dat als een jongen een prinsessenjurk uit de verkleedkist aantrekt, hij nog steeds een jongen is. Het aantrekken van die jurk is een vorm van genderexpressie. Genderexpressie zegt op zichzelf niets over de genderidentiteit of seksuele oriëntatie van een kind.

 

6-10 jaar

De meeste kinderen spelen op deze leeftijd het liefst met kinderen van het eigen geslacht en gedragen zich zoals ze denken dat een jongen of meisje zich ‘hoort’ te gedragen. Dit heet genderstereotiep gedrag.

 

Vanaf 9 of 10 jaar beginnen kinderen nog meer het sociale aspect van gender te snappen. Ze snappen dat kinderen zich anders kunnen gedragen dan wat vanuit de maatschappij wordt verwacht van het zijn van een meisje of een jongen. Kinderen staan hier voor open. Ook leren zij dat dit gedrag soms negatieve reacties kan oproepen van anderen. Dit kan leiden tot extra frustraties of teleurstellingen.

 

Je kunt als ouder je kind heel goed helpen bij de ontwikkeling van de genderidentiteit en genderexpressie, ook (of beter gezegd: juist) als je ziet dat het afwijkt van ‘de norm’ en ‘het gemiddelde’. Ze hebben jouw support dan hard nodig. Maak bijvoorbeeld duidelijk aan de schoolleiding of andere ouders op welke manier je kind zich veilig genoeg voelt om zich te uiten. Of kijk samen met je kind hoe er in de omgeving positieve aandacht besteed kan worden aan de genderidentiteit of genderexpressie van je kind. Denk bijvoorbeeld aan een spreekbeurt houden over genderidentiteit.

 

10-23 jaar

In het begin van de puberteit zijn tieners meestal bevriend met leeftijdsgenoten van hun eigen geslacht. Hoe ouder ze worden, hoe meer ze ook bevriend raken met jongeren van een ander geslacht. In deze fase krijgen jongeren op vele manieren en vanuit diverse invloeden nog meer de normen en waarden mee die bij de traditionele genderrollen horen. Van ‘de norm’ afwijken is in deze leeftijdsfase dus vaak erg ingewikkeld.

 

>>Informatie over seksuele opvoeding en ontwikkeling in het algemeen vind je in deze eerder verschenen artikelen:

 

Genderexpressie

 

Kinderen kunnen zich soms minder jongensachtig of meisjesachtig gedragen dan wat ‘gemiddeld’ bij hun geslacht voorkomt. Bijvoorbeeld in hun kleding, in de manier van lopen of de manier van praten. Dat is dus heel normaal. Dit gedrag noem je genderexpressie. Genderexpressie zegt niets over of je op jongens op meisjes valt of over het gevoel dat je liever een ander geslacht zou willen hebben. Voor de ontwikkeling is het prettig als je kind zich mag laten zien op de manier die bij je kind past. Ook als dit een andere manier is dan die van leeftijdsgenoten.

 

Geeft jouw kind aan zich prettiger te voelen bij een ander gender? Probeer dit dan niet te negeren, maar praat er met je kind over. Vraag je kind bijvoorbeeld waar het behoefte aan heeft en waar het zich prettig bij voelt. Neem je kind serieus en vertel dat je het steunt bij de gevoelens die je kind heeft.

 

Enkele tips:
  • Volg zoveel mogelijk de interesses van je kind en laat de keuzes van je kind hierin leidend zijn. Probeer niet te sturen in bijv. het speelgoed dat jouw kind graag wil en laat het spelen met iets wat het zelf uitzoekt.
  • Wees je bewust van je taalgebruik. Vaak gebruiken we onbewust en goedbedoeld stereotype genderrollen in onze taal om ons uit te drukken. Verbind complimenten niet aan het geslacht van je kind: een dochter kan net zo goed stoer en dapper zijn. En een zoon kan net zo goed lief en mooi zijn.

 

Transgender, genderfluïditeit, non-binair

 

Sommige kinderen voelen zich geen jongen, geen meisje, of jongen en meisje tegelijk, of geen van beiden. Zij identificeren zich dan niet met hun geboortegeslacht en kunnen transgender of non-binair zijn.

 

Als het geboortegeslacht niet past bij je genderidentiteit, dan noemt men dat transgender wanneer je genderidentiteit bij het andere geslacht past in plaats van bij je geboortegeslacht. Of non-binair als iemand zich niet uitsluitend man of vrouw voelt maar beiden of geen. Of genderfluïde wanneer het wisselt met de tijd en in intensiteit. Iemand die transgender, non-binair of genderfluïde is kan heteroseksueel, homoseksueel, lesbisch of biseksueel zijn, dit staat er dus los van.

 

Artsen gebruiken vaak het woord ‘genderdysforie’. De term genderdysforie is vrij medisch en wordt door transgender, non-binaire of genderfluïde mensen zelf niet altijd als prettig ervaren.

 

Hoe ga je ermee om als ouder?

 

Als jouw kind vertelt dat het zich anders voelt dan hoe diens lichaam eruit ziet, kun je daar van schrikken, dat is heel begrijpelijk. Je kind heeft op dat moment behoefte aan begrip en een luisterend oor. Het is heel goed dat je kind dit aan jou durft te vertellen. Dit betekent dat je kind jou vertrouwt.

 

Bij sommige kinderen gaan deze gevoelens weer weg. Bij andere kinderen blijven de gevoelens bestaan. Je kind kan hier last van hebben en heeft daar jouw begrip en ondersteuning bij nodig.

 

Begrijpen wat genderidentiteit en genderexpressie inhoudt is een eerste stap. Verdiep je daar dus in.

 

Wat geef je je kind mee?
  • Iedereen mag zichzelf zijn.
  • Blijf altijd respectvol. Of het nu gaat over gender, seksuele diversiteit, huidskleur, religie of afkomst.
  • Pesten doet pijn. Wat voor jou een grapje lijkt, kan voor een ander kwetsend zijn. Negatief gedrag tegen LHBTIQ+ jongeren kan grote gevolgen hebben voor hun mentale gezondheid en zelfbeeld.
  • Als ouder zul je altijd van je kind houden en het kan altijd bij jeterecht

 

Hoe doe je dat?
  • Laat je kind voorbeelden zien van allerlei soorten mensen en relaties.
  • Geef jongens en meiden dezelfde soort complimenten. ‘Mooi’ en ‘lief’ kan ook voor jongens en ‘stoer’ en ‘sterk’ ook voor meiden.
  • Geef geen onbedoelde normen en verwachtingen mee. Vraag je zoon niet: ‘Heb je al een vriendinnetje?’, maar vraag: ‘Ben je al verliefd?’
  • Geef je kind de vrijheid om zelf te kiezen.
  • Geef je kind de ruimte om zichzelf te zijn. Een kind kan niet kiezen op wie het verliefd wordt of welke genderidentiteit het heeft, en dat kan ook niet opgelegd worden door anderen. Zo leg je bij een kind met LHBTIQ+ gevoelens minder nadruk op ‘uit de kast komen’.
  • Oordeel niet. Toon altijd respect voor de keuzes en gevoelens van je kind en blijf met je kind in gesprek. Ook als iets ingaat tegen je eigen normen en waarden.
  • Geef ruimte voor twijfel. Dwing je kind niet tot een bepaald hokje of keuze. Laat je kind experimenteren en onderzoeken wie het is.
  • Stel vragen aan je kind als: doet het wel eens iets om erbij te horen? Of is het wel eens bang om niet geaccepteerd te worden?

 

Stel een duidelijke norm
  • Anderen mogen zijn wie ze zijn . Het is nooit oké om mensen te veroordelen vanwege hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit.
  • Praat zelf altijd respectvol over andere mensen. Ook als dit niet bij je eigen normen en waarden past.

 

Geef het goede voorbeeld
  • Toon ook kanten van jezelf die mensen niet verwachten van jou als man, vrouw of non-binair persoon. Wees bijvoorbeeld als man niet bang om te laten merken dat je ergens verdrietig over bent, of dat je iets moeilijk vindt.

 

>>Meer tips lees je in dit artikel van Transvisie.

 

Breng ik mijn kind niet in verwarring door hierover te praten?

Een veel gehoorde vraag. Met een duidelijk antwoord: Je kunt niet homoseksueel of transgender worden door erover te praten. Je kunt dit als ouder dus niet beïnvloeden. Het belangrijkste is dat je je kind de ruimte geeft om zichzelf te zijn en dat je de gevoelens van je kind respecteert. Ook is het niet erg als je zelf niet alles over seksuele diversiteit weet. Door er open over te praten, weet jouw kind dat het bij jou terecht kan.

 

(Bron: Groeigids.nl, NJI.nl, Seksueleopvoeding.info)

 

Wanneer hulp zoeken?

 

Merk jij dat het niet goed lukt om bovenstaande tips toe te passen, of maak je je zorgen om je kind? Wil je meer informatie of zoek je hulp, omdat je kind (of jij) het er moeilijk mee heeft? Overweeg dan om dit eens te bespreken met iemand die je vertrouwt of om ondersteuning te vragen bij een professional.

 

Heb jij of je kind vragen of zorgen rondom de genderidentiteit of de mentale gezondheid? Dan kun je heel laagdrempelig, zonder verwijzing,  terecht bij de psychologen kind & jeugd van het Centrum voor Jeugd en Gezin (Westelijke Mijnstreek, Beekdaelen, Brunssum en Vaals).

 

Ook kun je in de regio 046 heel laagdrempelig terecht bij de jeugd- en gezinswerkers / schoolmaatschappelijk werkers van Partners in Welzijn. Zij staan met een luisterend en niet oordelend oor voor je klaar en zoeken met je mee naar verbetering van de situatie.

 

Je kunt ook altijd overleggen met je huisarts of de jeugdgezondheidszorg van de GGD.

 

Voor meer informatie of advies over de genderidentiteit en genderexpressie van je kind kun je contact opnemen met het Transgender Infopunt Nederland, via infopunt@transvisie.nl of 085-130 38 46. Transvisie is een belangenorganisatie waar je terecht kunt voor individuele gesprekken, voorlichting en informatie. Je kunt ook terecht op de website van Transgender Netwerk Nederland, een organisatie die zich inzet voor de emancipatie van transgender personen en hun omgeving.

 

Ook interessant om te bekijken

 

Hieronder vind je een aantal items (artikelen en webinars) die gemaakt zijn door Opgroeienin046.nl, passend bij dit thema.

 

Lezen

 

Kijken

 

Op zoek naar informatie over een ander opvoed-thema?

Gebruik dan de zoekfunctie op onze website, je vindt deze bovenaan de homepage, bij het vergrootglas. Typ het woord of een (deel van een) zin waar jij iets over wil weten, en je vindt vanzelf alle artikelen en webinars die met jouw vraag te maken hebben.

Staat wat jij zoekt er niet bij? Laat het ons gerust weten via onderstaande contactgegevens.

 

Vragen? Contact?

 

Heb je naar aanleiding van dit artikel een vraag? Wil je graag met iemand in contact komen omdat je vragen of zorgen hebt? Bel of stuur een whatsapp-bericht naar het CJG 046-8506910 of mail naar info@cjg-wm.nl en we zorgen dat jouw vraag op de juiste plek terecht komt.

Geplaatst op 15 mei 2025 | Categorie Jongeren, Peuter, Schoolkind, Thema's

Vragen? Neem dan contact op!

Je kunt ons alles vragen over het opvoeden, opgroeien, de verzorging of gezondheid van je baby, peuter, basisschoolkind of jongeren.

Heb je vragen naar aanleiding van de artikelen? Wil je graag met iemand in contact komen omdat je vragen of zorgen hebt? Bel of stuur een whatsapp-bericht naar het CJG 046-8506910 of mail naar info@cjg-wm.nl en we zorgen dat jouw vraag op de juiste plek terecht komt.

Bel onze professionals

 

Maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur.

Stel je vraag via WhatsApp

 

Maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur.

Onze partners

Opvoeden en opgroeien doe je samen! Wij werken daarom actief samen met gemeenten en partners uit de regio.