Wanneer je kind iets ingrijpends meemaakt, raakt jou dit ook altijd als ouder/opvoeder zijnde. Je leeft mee, je ondersteunt, je bent er voor je kind. Je maakt je misschien wel zorgen en wil daarom je kind extra in de gaten houden. Of misschien raakt het heel erg aan jouw eigen emoties en/of ervaringen uit het verleden. Misschien bemerk je een verandering in gedrag van je kind en vraag je je af of dit wel normaal is. Of weet je eigenlijk helemaal niet zo goed hoe je er moet zijn voor je kind, of waar je terecht kunt voor hulp. Dit artikel is bedoeld voor ouders van kinderen in de basisschoolleeftijd, hierin geven wij je informatie en een aantal praktische tips.
Een ingrijpende gebeurtenis laat, ongeacht leeftijd, vaak nog weken of zelfs maanden emotionele en fysieke sporen na. Wat iemand voelt of denkt of hoe iemand reageert en een gebeurtenis verwerkt, verschilt van mens tot mens. Er is daarom geen kant-en-klare ‘gebruiksaanwijzing’ voorhanden. Naast de verschillen tussen mensen zijn er echter ook veel overeenkomsten.
Het verwerken van een ingrijpende gebeurtenis is een proces waarin pijnlijke, moeilijke, maar normale en natuurlijke reacties optreden. Ook in de kinderleeftijd zijn hier paralellen in te vinden. Wanneer zijn de emoties en het gedrag van een kind normaal, hoe moeilijk en pijnlijk ook, en wanneer is er reden tot zorg? Sommige kinderen voelen angst of boosheid nadat ze iets ergs hebben gezien of meegemaakt. Anderen zien wekenlang de gebeurtenis als een soort film weer opnieuw voor zich afspelen. Het ene kind stelt er vragen over of wil over de gebeurtenis praten, het andere kind gedraagt zich alsof er helemaal niets is gebeurd. Deze reacties zijn heel typerend voor een verwerkingsproces. Verwerken gaat niet ‘zomaar’ en gebeurt stap voor stap (en soms met een stapje vooruit en dan weer terug).
In onderstaande afbeelding is goed te zien hoe zo’n verwerkingsproces in het algemeen verloopt. In het begin hoge pieken (herbeleving) en/of dalen (vermijding), daarna steeds minder hoog of diep en steeds minder frequent, waarna er uiteindelijk weer ‘rust’ en stabiliteit in de lijn van de grafiek komt (voltooiing). Hoe lang zo’n periode duurt verschilt per persoon, situatie en omstandigheden.
In een verwerkingsproces zijn veel reacties en gedragingen dus normaal. Ze zijn gezond, maar dat betekent niet dat alles vanzelf gaat. Verwerken is een moeizaam proces. Het is de gebeurtenis een plaats geven in je leven en proberen weer controle over je leven te krijgen. De ingrijpende gebeurtenis beschadigt vaak je zelfvertrouwen en je vertrouwen in je omgeving.
Gedurende het verwerkingsproces krijg je het gevoel dat je weer grip krijgt op de dingen en daarvan krijg je opnieuw vertrouwen, ook in jezelf. Maar verwerken vraagt tijd en energie. En in het geval van kinderen, ondersteuning van hun ouders en omgeving.
We kunnen drie grote delen onderscheiden in onze hersenen: het menselijk brein, het zoogdierenbrein en het reptielenbrein. Het oudste deel is het ‘reptielenbrein’. Dit deel stelt je in staat om te overleven. Het zorgt ervoor dat je eet als je honger hebt. Wanneer je kind in gevaar is, dat je hem/haar beschermt. Als je bang bent, je reageert… Dit doe je allemaal zonder erover na te denken. In het midden zit het ‘zoogdierenbrein’. Dit deel bevat onze emoties. Een klein onderdeel hierin is de ‘amygdala’. De amygdala is een soort alarmsysteem en is verantwoordelijk voor het signaleren van gevaar en alarm slaan indien nodig. Het reptielenbrein en het zoogdierenbrein vormen samen het ‘emotionele brein’. Het buitenste deel is het ‘menselijk brein’. Het wordt ook wel het ‘rationele brein’ genoemd. Dit is het laatst ontwikkelde deel van onze hersenen. Het stelt ons in staat om te plannen, te organiseren, logisch na te denken en problemen te analyseren.
In gewone en rustige omstandigheden werken het emotionele en rationele brein goed samen. Dit samenwerken valt weg op een moment dat je een ingrijpende gebeurtenis meemaakt. Op zo’n moment schiet je amygdala in de alarmstand. De deuren tussen deze verschillende hersendelen gaan als het ware op slot. Het rationele brein wordt uitgeschakeld en je zit volledig in het emotionele brein. Je overlevingsinstinct wordt ingeschakeld.
Je kunt dan reageren op drie verschillende manieren:
Deze reacties kies je niet zelf. Welke reactie je vertoont hangt namelijk af van verschillende situationele en persoonsgebonden factoren: van wie gaat de dreiging uit? Wat heb je als persoon hiervoor al meegemaakt? Hierdoor kun je op voorhand niet weten welke reactie je zult vertonen als je plotseling iets heel heftigs overkomt. Je brein kiest instinctief voor de reactie die het meeste kans op overleven biedt.
Wanneer een jeugdige iets ergs meemaakt, gebeurt er een heleboel.
Ieder kind reageert op zijn eigen manier. Het ene kind huilt veel of wordt snel boos. Het andere kind wordt heel stil. Dit hangt natuurlijk ook af van de leeftijd van het kind.
Kinderen in de basisschoolleeftijd begrijpen -passend bij hun leeftijd- wat er is gebeurd. Fantasie speelt bij hen een belangrijke rol om de realiteit een plek te geven. Met vriendjes en vriendinnetjes spelen ze bijvoorbeeld na wat er is gebeurd. Kinderen van deze leeftijd kunnen bezorgd zijn over hun ouders, waardoor ze vinden dat zij zelf sterk moeten zijn. Ze kunnen hun gevoelens onderdrukken en zich onafhankelijk opstellen. Dat kan zich soms uiten in opstandig, ‘moeilijk’ gedrag.
Veelvoorkomende klachten zijn:
Over het algemeen kan gesteld worden dat bij de meeste mensen (dus ook bij kinderen) dergelijke stressklachten binnen 6 weken na de gebeurtenis afnemen (bron: Slachtofferhulp Nederland). Het hangt verder ook af van de gebeurtenis, de situatie waarin je zit, de steun die je krijgt, de aan- of afwezigheid van andere stressfactoren en de omgevingsfactoren.
Het is dus heel goed om je kind deze tijd te gunnen. Stop emoties niet weg. Sta stil bij wat je is overkomen, maar zorg ook voor voldoende afleiding.
Wil je meer inzicht in hoe het staat met de stressklachten van jouw kind (of jezelf)? Vul dan eens deze zelftest in van Slachtofferhulp Nederland.
Denk ook aan jezelf! Jij bent belangrijk als steunfiguur van je kind. Ontken je eigen gevoelens niet. Als volwassene mag je ook angst en verdriet hebben of kwaad zijn. Er mag ook plaats zijn voor positieve gevoelens. Laat ook dit gerust zien aan je kind. Zij voelen heel snel gevoelens aan, ook al worden ze niet uitgesproken. Stel hierbij wel de emoties van je kind centraal en houdt rekening met hun belevingswereld en wat zij aankunnen op deze leeftijd. Zoek steun bij andere volwassenen. En bedenk, hoe moeilijk dit ook is: je kunt de pijn en het verdriet van je kind niet wegnemen… je kunt je kind wel leren hoe ermee om te gaan. maar je kunt er niet tegen beschermen.
bron: Slachtofferhulp Nederland, caw.be, rondpunt.be
Heb je naar aanleiding van dit artikel een vraag? Wil je graag met iemand in contact komen omdat je vragen of zorgen hebt? Bel of stuur een whatsapp-bericht naar het CJG 046-8506910 of mail naar info@cjg-wm.nl en we zorgen dat jouw vraag op de juiste plek terecht komt.
Geplaatst op 21 december 2023 | Categorie Schoolkind
Opvoeden en opgroeien doe je samen! Wij werken daarom actief samen met gemeenten en partners uit de regio.