Een goede verzorging van het gebit van je peuter is heel belangrijk. Je kunt niet vroeg genoeg beginnen je kind te leren dat veel zoetigheid slecht is voor het gebit. En dat goed poetsen het risico op gaatjes verkleint. Poets elke dag de tanden, het liefst voor het slapengaan. Gebruik daarvoor een speciale kindertandenborstel en speciale peutertandpasta met fluoride zonder extra smaakje. Is je kind twee jaar oud? Poets dan twee keer per dag twee minuten de tanden met peutertandpasta met fluoride. Neem je kind vanaf twee jaar ook regelmatig mee naar de tandarts.
Houd een vaste volgorde aan: de binnen- en buitenkant van de onderkaak, bovenop de kiezen en daarna de binnen- en buitenkant van de bovenkaak en bovenop de kiezen (de 3 B’s). Duw niet te hard op de borstel. Dat is niet nodig.
Om je peuter alvast aan de tandenborstel te laten wennen, kun je je kind eerst zelf laten poetsen met een klein beetje tandpasta. Daarna poets jij het na met een tweede tandenborstel. Dit is de tandenborstel waar je kind niet op bijt.
Tussen de 2 en 4 jaar leren kinderen geleidelijk aan kledingstukken losmaken, een rits openen en een jas lostrekken. Tussen de 3 en 4 jaar gaan kinderen knopen losmaken en kleren aantrekken, soms nog verkeerd om. Ze leren hun schoenen aantrekken, maar verwisselen ze vaak nog. Oudere peuters kunnen vaak al wel hun veters lostrekken, maar veters strikken leren ze pas in de kleuterperiode.
Peuters begrijpen soms niet het verschil tussen de binnen- en buitenkant van kleding. Ook het verschil tussen een linker- en een rechterschoen kan verwarring opleveren. Als je kind dus zijn of haar T-shirt binnenstebuiten heeft aangetrokken en daar trots op is, kun jij dat ook zijn!
Natuurlijk is het prettig als je kind zichzelf kan aankleden. Je hebt dan ’s ochtends minder tijd nodig voor de verzorging. Als je peuter nog geen interesse toont om zichzelf aan te kleden, kun je dat stimuleren. Je kunt je kind bijvoorbeeld meer keuzevrijheid geven in de kleding die het draagt.
Allereerst is het verstandig om je kind te laten oefenen met ‘makkelijke kleding’, dus bijvoorbeeld broeken of jurkjes met elastiek en truien met een wijde hals. Kies liever geen kleding met ingewikkelde knoopjes, ritsjes, gespen of touwtjes.
Natuurlijk mag je wel helpen bij het aankleden. Het gaat er tenslotte om dat je peuter steeds beter leert zichzelf aan te kleden. Je peuter vindt dat waarschijnlijk fijn en het is misschien ook een manier om aandacht te vragen. Nadat je kind zichzelf heeft aangekleed, is het goed om toch nog even te controleren of het bijvoorbeeld de sokken niet is vergeten. Natuurlijk kun je een compliment geven voor alles wat wel goed gegaan is.
Opvoeden en opgroeien doe je samen! Wij werken daarom actief samen met gemeenten en partners uit de regio.