“Al een tijdje zag ik dat Mandy erg overprikkeld de school binnenkwam” vertelt Rosa, directeur op een school voor speciaal basisonderwijs. “Er bleek thuis veel ruzie te zijn, en zij vertelde dat haar moeder haar weleens een klap gaf. We hebben direct haar moeder gebeld, en er kwam snel hulpverlening in het gezin.”
“Op een ochtend – kwart voor acht, ik was net op school – kwam Mandy in paniek op haar fiets het schoolplein op. Ze vertelde dat ze was geslagen en geschopt door haar moeder. En dat ze uit huis was gevlucht. Haar verhaal raakte mij, als schooldirecteur en als mens. Ik vond het vooral zorgelijk om te horen dat zij tactieken had ontwikkeld om de klappen op te vangen. Hoe ze in elkaar dook zodat ze de minste schoppen zou krijgen. Dit was geen incident. Dit kind was het gewend om geschopt te worden. Zo’n verhaal went nooit.”
“Mandy vertelde dat ze nooit meer naar huis wilde. Dat ze echt niet terug kon. Haar veiligheid leek in het geding te zijn. Ik overlegde met onze aandachtsfunctionaris kindermishandeling. We hadden ervoor kunnen kiezen om eerst haar moeder te bellen. Maar liepen we dan het risico dat zij direct naar school zou komen om Mandy op te halen? We wisten het niet zeker, en besloten de situatie geanonimiseerd voor te leggen aan Veilig Thuis. De medewerker van Veilig Thuis vond de situatie zo heftig dat zij het direct behandelde als een melding. Voor mij was dat prettig. Veilig Thuis nam onze hulpvraag serieus, en vanuit hun ervaring kunnen zij een goede inschatting maken. Dit betekende wel dat wij direct moeder moesten uitnodigen voor een gesprek. Veilig Thuis schoof daarbij aan, net als de hulpverlener van het gezin.”
“Aan tafel heb ik voorgelezen wat Mandy eerder die ochtend had verteld. Daarna bleef het stil. Dat was een pittig moment. Het voelde alsof Mandy ook ineens in de kamer zat. Maar het maakte wel direct duidelijk waarom we daar zaten. Ik vroeg aan de moeder of ze wilde reageren.” Moeder: “Het klopt wat zij vertelt.” Rosa gaat verder “Vervolgens schoot ze in de emotie. En wat ze toen zei, kwam hard bij me binnen. Ik weet het nog letterlijk”. Moeder: “Met dit kutkind heb ik al problemen sinds ze peuter is.”
“Op dat moment kon ik even niets”, vertelt Rosa. “Mijn eerste gedachte was: wat zeg jij nou, ben je helemaal gek geworden? Ik heb zelf drie kinderen, en ik kan me niet voorstellen dat je werkelijk vanuit je tenen zulke intens nare emoties kunt voelen. Daar schrok ik enorm van. Maar ik realiseerde me dat het niet zou helpen als ik dat zou zeggen. Ik kon op dat moment niet goed in mijn professionele rol blijven. Dus hield ik mijn mond.”
“Gelukkig namen de medewerkers van Veilig Thuis het gesprek direct over, en wow, wat deden zij dat waanzinnig knap. Ze waren ontzettend respectvol naar deze moeder. Ze benoemden hoe zwaar het voor haar moest zijn, en dat ze zagen dat ze een heel betrokken moeder was. Tegelijkertijd waren ze heel duidelijk over de grens. Dat vond ik zo knap. Ondanks dat je in je lijf enorme afkeuring voelt, houd je zo de moeder bij het gesprek.”
“De medewerkers van Veilig Thuis spraken ook apart met Mandy. Dat was voor haar moeder een moeilijk moment. De hulpverlener zag dat, en stelde voor om een stukje te gaan wandelen. Dat was heel slim. Zo deed iedereen waar die goed in was. Mijn rol was vooral om er voor Mandy te zijn. Zij heeft rustig op mijn kamer gezeten. Ik heb haar een kop thee gegeven en een dekentje over haar heen gelegd. Eigenlijk was ik op dat moment niet echt meer de schooldirecteur. Maar ik vond het wel nodig.”
“Veilig Thuis besloot uiteindelijk dat Mandy niet meer terug naar huis kon. Zij moest diezelfde dag nog ergens anders heen. Haar moeder wilde dat eerst niet, maar ze besloot om wel mee te werken. Mandy kon naar haar opa en oma, maar wie bracht haar daarheen? Ik wilde dat niet. Als mens misschien wel, maar niet in mijn rol als schooldirecteur. Veilig Thuis had dit besluit genomen, dus het was beter dat zij haar brachten. Gelukkig stelden ze dat direct voor. In een kamertje nam Mandy afscheid van haar moeder. Dat voelde voor mij niet goed. Wat als ze zou zeggen: jij rotkind, kijk nou eens wat je hebt gedaan! Dan zou ze nooit meer iets vertellen. Ik zei tegen de medewerkers van Veilig Thuis dat ik ontzettend de neiging had om naar binnen te gaan. Dat leek hen goed. Ik heb gezegd hoe fijn ik het vond om te zien dat ze elkaar zo’n dikke knuffel gaven. Haar moeder was in tranen. Het was goed om te zien dat er wel degelijk hechting en liefde was.”
“Mandy heeft een tijd bij haar opa en oma gewoond, en daar knapte ze enorm van op. Wij zagen op school een vrolijk en relaxed meisje. Dat was voor mij een bevestiging dat we het goede hadden gedaan. Maar ik vond het ook schokkend. Hadden wij niet eerder signalen kunnen oppikken? Terugkijkend was het gesprek met haar moeder en Veilig Thuis het meest leerzaam. Hoe houd je ouders aangehaakt als je zelf een oordeel hebt over hun gedrag?”
“De samenwerking met Veilig Thuis en de hulpverlener was heel prettig. Er was vertrouwen in de professie van de ander en waardering voor elkaars werk. Iedereen nam zijn eigen rol en verantwoordelijkheid. Daardoor konden wij gewoon school blijven. Het is raar om te zeggen, maar ik kijk er tevreden op terug. Alleen was de aanleiding erg verdrietig.”
Bron: weektegenkindermishandeling.nl
Kindermishandeling is een complex en hardnekkig probleem. Daarom staan in de Week tegen Kindermishandeling de verhalen centraal van professionals, ouders en kinderen die zich geconfronteerd zagen met kindermishandeling. Wat kunnen we daarvan leren en hoe kunnen we deze inzichten optimaal benutten? Zodat steeds meer kinderen veilig, gezond en kansrijk kunnen opgroeien. Heb je zelf vragen of twijfels over kindermishandeling, neem dan contact op met VeiligThuis Zuid-Limburg.
Geplaatst op 9 december 2019 | Categorie Peuter, Schoolkind
Opvoeden en opgroeien doe je samen! Wij werken daarom actief samen met gemeenten en partners uit de regio.