Dominique Stassen en Marieke Derks zijn maatschappelijk werkers, werkzaam bij Partners in Welzijn, in de gemeenten Beek en Stein. “Wij zijn gespecialiseerd in het thema huiselijk geweld en kindermishandeling. Wij houden ons voornamelijk bezig met het onderzoeken van (politie)meldingen rondom het thema geweld in afhankelijkheidsrelaties, dus ook als er kinderen betrokken zijn.”
De gemeenten hebben een belangrijke rol bij de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld. Binnen de regio 046 is dit per gemeente anders georganiseerd.
Dominique legt uit: “In Stein en Beek voert Partners in Welzijn samen met Veilig Thuis deze taak uit, in opdracht van deze twee gemeenten. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Mensen kunnen hier terecht met hun zorgen en vragen over huiselijk geweld en kindermishandeling, in het eigen gezin maar ook daar buiten. Partners in Welzijn is de organisatie voor sociaal werk in de Westelijke Mijnstreek.”
Enthousiast vervolgt ze: “Bij Veilig Thuis kan iedereen zich melden die zo’n vraag of zorg heeft. Dus ook naasten, buren en familieleden, ook professionals zoals bijvoorbeeld een leerkracht, iemand werkzaam in de kinderopvang, een hulpverlener, of vrijwilligers zoals de jeugdleider van de voetbalclub,” legt Dominique uit. “Er kan ook anoniem gebeld worden en om advies worden gevraagd, dat maakt de drempel hopelijk lager. Vanaf 25 mei is het ook voor onze regio mogelijk om via een chatgesprek in contact te komen met Veilig Thuis. Mensen kunnen misschien niet altijd ongestoord bellen, zeker niet nu tijdens de coronacrisis. Wanneer een professional vermoedens heeft van huiselijk geweld of kindermishandeling, is deze verplicht om de meldcode te volgen. Professionals zijn verplicht om melding te maken bij Veilig Thuis wanneer zij op basis van die meldcode inschatten dat er sprake is van acute en/of structurele onveiligheid,” vult Marieke aan.
“Veilig Thuis beoordeelt die meldingen en kan besluiten om deze over te dragen aan het lokale veld. In de gemeenten Stein en Beek komt die melding dan binnen bij ons, de onderzoekers van Partners in Welzijn,” vertellen Marieke en Dominique.
Ze geven een voorbeeld. “We kregen een melding dat ouders in het bijzijn van hun dochter van 13, laten we haar Lisa noemen, enorme ruzie hebben gemaakt. Moeder heeft tijdens de ruzie in paniek naar haar ouders gebeld. Deze hoorden het geschreeuw en maakten zich grote zorgen om hun kleinkind. Opa en oma hebben daarom de politie gebeld. De politie is vervolgens ter plaatse gegaan. Al snel werd duidelijk dat tussen de ouders veel wrok uit het verleden een rol speelde. Ze bleven in de verwijtende sfeer hangen en de ruzie was maar met moeite te sussen. De politie heeft dan de plicht om een melding te doen bij Veilig Thuis, aangezien er minderjarige kinderen bij de escalatie betrokken zijn.” Dominique benadrukt: “Ook verbale agressie zien wij als huiselijk geweld en dus kindermishandeling. Hier regelmatig aan blootgesteld worden is enorm schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen. Het doet iets met hun gevoel van veiligheid en zorgt voor veel spanning en stress bij kinderen. Het is een misvatting dat er pas sprake is van huiselijk geweld als er in een gezin geslagen wordt.”
Veilig Thuis bespreekt zo’n politiemelding vervolgens bij de zogenaamde routeertafel. Per gemeente sluiten hier de ketenpartners op het gebied van huiselijk geweld aan. Na triage op acute (on)veiligheid (dit wordt uiteraard direct opgepakt) wordt samen met iedereen aan tafel bepaald: welke zorg of interventie wordt ingeschakeld? Welke ketenpartner pakt de casus op?
Marieke legt uit: “Het gezin van Lisa bleek nog bij geen enkele organisatie aan tafel bekend. Er was ook nooit eerder een melding over dit gezin binnengekomen bij Veilig Thuis. Partners in Welzijn werd gevraagd om een onderzoek te starten. Wij gaan dan zo snel mogelijk na de melding met alle betrokkenen in gesprek. Liefst op huisbezoek, om een completer beeld te krijgen. We praten met volwassenen én kinderen. We hebben een open en luisterende houding en motiveren ze hun verhaal met ons te delen.”
“Ik ben met beide ouders tegelijk in gesprek gegaan, om te voorkomen dat er ‘gepraat wordt over’,” vervolgt Marieke. “Wij streven in ons werk naar ‘praten met elkaar’ en het sámen zoeken naar oplossingen. Het is belangrijk om de behoeften van alle betrokkenen op tafel te krijgen.” Met behulp van een risicotaxatieformulier wordt ingeschat of de situatie veilig is voor de kinderen. Deze taxatie geeft een score, die vervolgens door de maatschappelijk werkers zoals Marieke en Dominique getoetst wordt in hun eigen team. Afhankelijk van die score volgt er een advies tot hulpverlening, en dit kan vrijblijvend, dringend of dwingend van aard zijn. Of er wordt een veiligheidsplan gemaakt. Opschaling naar Veilig Thuis, team jeugd, het regieteam, de crisisdienst jeugd (24/7 bereikbaar) of een beschermtafeloverleg is mogelijk, als de zorgen om de veiligheid van een kind dusdanig groot zijn.
“In het gesprek met het gezin van Lisa werd al snel duidelijk dat er al een hele lange tijd moeizame communicatie was tussen beide ouders, dit is een patroon geworden. Deze ouders begrepen elkaar niet meer. Beleving en visie van de ene ouder kwamen niet meer binnen bij de andere ouder en omgekeerd. Hierdoor leefden zij al langere tijd op gespannen voet met elkaar en escaleerde het regelmatig,” vervolgt Marieke. “Uit de statistieken blijkt dat wanneer er uiteindelijk een melding wordt gedaan of mensen zelf om hulp vragen, er in veruit de meeste gevallen al een lange periode van ruzies en geweld aan vooraf is gegaan…”
“Om een zorgvuldige risicotaxatie te kunnen maken hebben we ook gesproken met Lisa. Zij vertelde dat ze zich al heel lang een doorgeefluik voelt tussen haar ouders. Ze werd ingezet om boodschappen over te brengen van de ene naar de andere ouder. Ze kreeg heel veel mee van de hoogoplopende ruzies. Ze vertelde, in bijzijn van haar ouders, dat ze wil dat het stopt. Dat kwam wel binnen.”
Dominique vult aan: “In het algemeen zie je dat kinderen en jongeren op verschillende manieren reageren op ruzie, agressie en geweld in hun gezin. De gevolgen van huiselijk geweld voor kinderen zijn vaak ernstiger dan in eerste instantie wordt gedacht. Ook krijgen kinderen meer mee van ruzies en geweld in het gezin dan sommige ouders denken. Opgroeien in een gezin waarin sprake is van huiselijk geweld is een aantasting van de basisvoorwaarden van het bestaan. Veiligheid, zelfvertrouwen, contacten met leeftijdsgenoten en het vertrouwen in anderen komen in het gedrang. Kinderen kunnen gaan piekeren, concentratie- of slaapproblemen krijgen. Ze kunnen zichzelf de schuld geven van de ruzies en het geweld, zo van: als ik beter geluisterd had dan was mama niet boos geworden, of als ik maar heel lief doe gaan mama en papa misschien geen ruzie maken. Ze kunnen hun ouders extreem in de gaten gaan houden, bijvoorbeeld ’s avonds stiekem luisteren bovenaan de trap, en als ze dan ruzie horen een smoesje verzinnen (buikpijn of zo) om de aandacht af te leiden. Of mama niet alleen met papa durven te laten. Zo’n kind voelt zich dan verantwoordelijk voor het probleem tussen de ouders, en dat is schadelijk. De andere kant zien we ook: kinderen die gaan proberen zo weinig mogelijk thuis te zijn, door bijv. de veiligheid van opa of oma op te zoeken zodra het maar kan. Of door zo lang mogelijk op school te blijven rondhangen.”
“Het is belangrijk dat mensen uit de omgeving van deze kinderen (familie, vrienden, docenten, leerkrachten) op dergelijke signalen letten en dit kind en/of de ouders regelmatig vragen hoe het gaat. Bij twijfel of het wel veilig is, kunnen zij dus ook altijd met Veilig Thuis bellen voor advies. Huiselijk geweld maakt een gezin een onveilige en onvoorspelbare plek, waar het kind altijd op zijn/haar hoede moet zijn,” vult Marieke aan.
“Geweld roept bij kinderen vaak heftige emoties op. Kinderen zijn vaak bang, verdrietig of uiten zich door te schreeuwen, slaan of schoppen. Blootstelling aan geweld kan leiden tot posttraumatische stress, hetgeen zich kan openbaren in depressies, overmatige angst of woede en ADHD-achtige verschijnselen, die zich ook lange tijd na het huiselijk geweld nog kunnen manifesteren. Op de lange termijn zie je dat er vaak in opvolgende generaties steeds weer nieuwe slachtoffers en plegers zijn… de geschiedenis herhaalt zich vaak als de cirkel van geweld niet doorbroken wordt.”
“Ouders reageerden gelukkig positief op de zorgen die Lisa uitte tijdens het gesprek. Ze schrokken er wel van, ze hadden helemaal niet door dat Lisa zich zo voelde. Ze had dit ook nooit eerder durven uitspreken naar haar ouders,” gaat Marieke verder. “Voor de ouders was dit echt een ‘eye-opener’. Ze zagen in dat zij echt iets moesten gaan veranderen in hoe ze met elkaar omgaan. We spraken af dat er partnergesprekken worden opgestart bij het maatschappelijk werk van Partners in Welzijn, met als doel de onderlinge communicatie te verbeteren. Dit was een dringend advies. In deze gesprekken kunnen ouders ook gaan bekijken of ze hun relatie nog een kans willen geven of dat ze willen scheiden. Op termijn volgen er gesprekken met het hele systeem, d.w.z. dat Lisa er ook bij betrokken wordt. En als het nodig is kunnen er vanuit het jeugd- en gezinswerk/schoolmaatschappelijk werk van Partners in Welzijn gesprekken opgestart worden voor Lisa alleen.”
Tussen het afsluiten van het onderzoek en de start van de hulpverlening is de spanning bij de ouders van Lisa nog verder opgelopen. Zodanig dat ze besloten om uit elkaar te gaan. Betekent dit dan dat de hulpverlening aan dit gezin stopt? “Helemaal niet, integendeel”, verklaart Marieke. “Ik ben zelf nog even het contact met Lisa blijven onderhouden. Ze gaf in die gesprekjes aan dat ze het gevoel bleef hebben tussen haar ouders in te staan. Dit is vervolgens weer opgepakt met haar ouders, hoe kunnen ze dit anders doen? Lisa is verder een sterke en verstandige meid die neutraal probeert te blijven, en de steun opzoekt van haar vriendinnen en haar opa en oma. Dit helpt haar om de situatie te kunnen dragen. We spraken uiteindelijk af dat ze mij altijd mag bellen als ze wil praten of iets nodig heeft, en het schoolmaatschappelijk werk kon ook direct ingezet worden als er toch meer dan dat nodig bleek.”
Het is belangrijk dat ouders weten wat deze situatie met hun kind doet, zodat zij er rekening mee kunnen houden, volgens Dominique en Marieke. “Ik check altijd bij kinderen wat ik precies aan hun ouders mag vertellen,” legt Marieke uit. “Maar ik ben ook heel eerlijk als er dingen zijn die ik móet vertellen. Met Lisa heb ik kunnen afspreken dat ik haar ouders mag aanspreken op het feit dat het van groot belang is dat zij hun zaken rondom de scheiding netjes gaan regelen. En dat zij de volwassenen zijn en hun dochter hier niet mee mogen belasten. Met Lisa zelf heb ik wat tips doorgewerkt hoe zij zichzelf staande kan houden in haar kindrol en hoe ze erop kan letten dat ze niet in de ouderrol schiet”.
“De partnergesprekken bij het maatschappelijk werk kregen als doel: ondersteuning bij het echtscheidingsproces. De maatschappelijk werker die de partnergesprekken heeft gevoerd, heeft afspraken met ouders op papier gezet die zij beiden ondertekend hebben. Er is gesproken over hun communicatie en waar ze op moeten letten in de opvoeding van Lisa. Moeder heeft ondersteuning gekregen rondom de inschrijving bij de woningvereniging, het aanvragen van een uitkering en het zoeken naar werk. Vader is naar een psycholoog verwezen voor hulp bij zijn depressie. Er zijn voorlopige afspraken tussen beide ouders gemaakt. Beide ouders hebben een advocaat ingeschakeld om de echtscheiding verder af te handelen. Uiteindelijk kwam er rust voor Lisa, ondanks het verdriet dat een echtscheiding met zich mee kan brengen gaat het nu goed met haar. Het geweld is gestopt, dat is erg belangrijk.”
Marieke en Dominique vertellen wat ze vaak zien in gezinnen waar langdurig huiselijk geweld plaats vindt. “De kans was dan heel groot geweest dat Lisa overbelast was geraakt vanwege het getuige zijn van de ruzies, en vanwege het doorgeefluik zijn. Behalve verdriet en angst kan dit ook leiden tot het omlaag gaan van de schoolresultaten en misschien wel schoolverzuim. Jongeren in de puberleeftijd raken wel eens in een sombere stemming of depressie, gaan veel piekeren. Bij deze ouders hadden de hoogoplopende ruzies kunnen escaleren in fysiek geweld.”
“Mensen kunnen altijd zelf met Veilig Thuis bellen via het landelijke nummer 0800-2000. Zij kunnen hier dan advies vragen of melding maken over hun eigen situatie of over iemand waarover zij zich zorgen maken. Dit laatste kan ook anoniem. Wanneer iemand niet zelf met Veilig Thuis kán of misschien niet dúrft te bellen adviseren we nadrukkelijk om hulp te vragen aan iemand die je vertrouwt. Een vriend, vriendin, tante, buur of huisarts. Maar ook op school, bij de juf of meester.”
“In eerste instantie is het goed om aan de persoon waarover je je zorgen maakt te vragen of het goed gaat. Benoem duidelijk dat je je zorgen maakt. Veilig Thuis heeft hier onlangs ook een hele mooie tv-spot over gemaakt. Als je graag tips wilt voor zo’n gesprek of twijfelt of je het wel moet doen, neem dan toch even contact op met Veilig Thuis. Zij kunnen je heel goed adviseren en verder helpen. Als je meteen een melding wil maken bij Veilig Thuis dan kan dat ook. Zij zullen je dan wat vragen stellen over de situatie en over je zorgen. Samen met jou bekijken ze of jij zelf eventueel iets zou kunnen betekenen of dat er meer nodig is.”
Dominique en Marieke sluiten af met de boodschap: “Wij willen het motto van Veilig Thuis sterk benadrukken: ‘Geweld hoort nergens thuis!’ Blijf er niet mee lopen, maar zoek hulp. Dit kan op allerlei manieren zoals je hierboven hebt kunnen lezen. Samen zoeken we naar een oplossing.”
Inmiddels zijn Marieke en Dominique niet meer werkzaam bij Partners in Welzijn, maar de inhoud van dit artikel is nog steeds relevant. (2024, red.)
Geplaatst op 22 mei 2020 | Categorie Nieuws
Opvoeden en opgroeien doe je samen! Wij werken daarom actief samen met gemeenten en partners uit de regio.